Danny komt uit Groningen. Hij is daar geboren.
Het verwijswoord is: hij. hij->Danny
Nouri heeft een mooi droomhuis, het staat in Beuningen.
Het verwijswoord is: het. het-> het droomhuis
Ik was in de vakantie in Griekenland. Het was daar heel mooi weer.
Het verwijswoord is: daar. daar -> in Griekenland
Het lievelingseten van Ebony is fufu. Dat vind ze heel lekker
Het verwijswoord is dat. Dat -> fufu