Persoonsvorm en zinsdelen

Nederlands
Boek: Grammatica (blz. 202)
Laptop: LessonUp
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands
Boek: Grammatica (blz. 202)
Laptop: LessonUp

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij doen?
Uitleg persoonsvorm
Zelfstandig werken
Uitleg zinsdelen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin.
Ik kan een zin verdelen in verschillende zinsdelen

Slide 3 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Slide 4 - Open question

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 5 - Open question

In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord.
Elke zin heeft een persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm
  • De zin vragend te maken.
    Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik mag mijn jas aantrekken. 

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Jullie werken hard tijdens de les.

Slide 7 - Slide

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Wat is de pv?
Ik vind wiskunde een moeilijk vak.

Slide 9 - Open question

Wat is de pv?
Wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?

Slide 10 - Open question

Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.


Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is 1 zinsdeel.

Slide 11 - Slide

Zinsdelen
  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel.
  • Alle werkwoorden zijn aparte zinsdelen.
  • Alles wat je voor de persoonsvorm kan zetten is een zinsdeel.

Slide 12 - Slide

Zo vind je de zinsdelen

Gebruik de zinsdeelproef:

- Verander een paar keer de volgorde van de zin.

- Wat je voor de pv kunt zetten, is een zinsdeel.

- De pv zelf is ook een zinsdeel!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hussel de zinnen door elkaar.

Ik loop morgen naar school.


Slide 15 - Slide

Ik / loop / morgen / naar school.

Slide 16 - Slide

Ik heb het afgelopen weekend met mijn vader vuurwerk gekocht.

Slide 17 - Open question

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.


Jan / koopt / een boek.

Slide 18 - Slide

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Mijn broer plaagt mij altijd.
A
5
B
3
C
4
D
2

Slide 19 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Mijn beste vriendin en ik winkelen elke zaterdag.
A
8
B
5
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

Zet deze zin 2x in een andere volgorde:
Wij gaan volgende week naar het Rijksmuseum.

Slide 21 - Open question

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Slide 22 - Open question

Zelfstandig werken
Wat: opdracht 1 t/m 5   (blz. 202-203)
Hoe: Zelfstandig
Hulp: buurman / buurvrouw of docent
Tijd: 15 minuten
Klaar?: Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Afsluiting
Hoe vind ik de persoonsvorm?
Hoe zet je zinsdeelstreepjes?


Slide 24 - Slide