G3A di 21 sept

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

G3A Di 21 sept. 2021

Huiswerk voor vandaag:

• Leer de voegwoorden (onderschikkend en nevenschikkend) bij aant. 4.4.
  
• Maak opdracht 21  -> al gedaan
• Vertaal tekst 22 t/m r.12

Hoofdzin en bijzin

De volgende quiz gaat over voegwoorden, hoofdzinnen en bijzinnen.

Een bijzin is doorgaans kleiner/korter dan een hoofdzin

1. waar
2. niet waar

Een bijzin geeft meer informatie over iets uit de hoofdzin.

1. waar
2. niet waar

Een zin bestaat altijd uit één hoofdzin, en evt. een of meer bijzinnen.

1. waar
2. niet waar

Een 'nevenschikkend' voegwoord kan twee hoofdzinnen aan elkaar koppelen.

1. waar
2. niet waar

Een 'nevenschikkend' voegwoord kan twee bijzinnen aan elkaar koppelen.

1. waar
2. niet waar

Een onderschikkend voegwoord leidt een bijzin in.

1. waar
2. niet waar

Het thermopolium

Successus de wever had honger en dorst, want hij had gedurende vele uren gewerkt. 

Hij ging naar een thermopolium, waar een zeer mooie slavin met de naam Iris diende.  

Het thermopolium

Zodra Successus het thermopolium binnenkwam, zei Iris met een zeer lieve stem: 

‘Hallo, Successus! Wat wil je drinken? Vandaag hebben we een zeer goede Falerner. 

Het thermopolium

 Omdat het me plezier doet om de schoonheid van jouw lichaam te zien, kun jij de Falerner kopen voor een lagere prijs.’ 

Successus lachte en antwoordde: ‘Duifje van mij, hoewel ik zeer van je hou, kan ik geen Falerner drinken, omdat het geld mij ontbreekt. 

Het thermopolium

 Overhandig mij goedkope wijn en eenvoudig voedsel. 

Dat is voor mij genoeg, zoals je goed weet.’

www.abc.net.au

m. opdracht 24 t/m 27

Huiswerk: 

Maak mandatum XI: alleen voegwoorden noteren en vertalen; niet de hele zin.

Leer woordjes les 24