Het was in 1914 onrustig en er heerste een hoop spanning in Europa......
Deze onrusten en spanningen zien we als de oorzaken (4) voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’
Slide 8 - Slide
Oorzaken voor het uitbreken van WOI
Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen
Nationalisme= liefde voor het eigen land
Militarisme= verheerlijking van het leger
Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,
Slide 9 - Slide
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Het Duitse Rijk was een stuk kleiner dan wij Duitsland nu kennen
Polen is onderdeel van Rusland, net als Wit-Rusland, Letland, Estland, Lithouwen en Oekraine
Bestond uit het hedendaagse: Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en delen van Italië, Montenegro, Polen, Roemenië, Servië en Oekraïne.
Het Ottomaanse Rijk kennen we nu als Turkije
Kaart van Europa in 1914
Slide 10 - Slide
Oorzaak 1 Bondgenootschappen
Door de spanning wilde Europese landen sterker staan
Ze sloten bondgenootschappen
Ze spraken af elkaar te helpen in oorlogs- en in vredestijd
Geallieerden en de Centralen
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’
Slide 11 - Slide
Bondgenootschappen in1914
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Italië
Bondgenootschappen in 1914
Slide 12 - Slide
Bondgenootschappen in1914
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Ottomaanse Rijk
Italië '15
Bondgenootschappen in WOI
Slide 13 - Slide
Bondgenootschappen in1914
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Ottomaanse Rijk
Italië '15
Verenigde Staten '17
Bondgenootschappen in 1914
Slide 14 - Slide
Oorzaak 2 Nationalisme
Nationalisme = liefde voor het eigen land
Veel landen en bevolkingen voelden zich beter dan andere landen
Mensen waren bereid te vechten voor de trots van hun land
Nationalisme was zichtbaar in vrijwel alle landen van Europa
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: They Shall Not Grow Old, Peter Jackson, 2019
Slide 15 - Slide
Oorzaak 3 Militarisme
Militarisme = verheerlijking van het leger
Mensen zag het leger én oorlog als iets belangrijks: Niet praten maar vechten
Veel militaire dreiging in Europa
Jonge mannen uit heel Europa melden zich vrijwillig aan om te gaan vechten
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Landen wilden aan elkaar laten zien wie het sterkste was
De economie draaide op de oorlogsindustrie
Nieuwe technieken als; gevechtsvliegtuigen, tanks, automatische wapens en gifgassen.
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Montagehal van Krupp te Essen, 1906
Slide 17 - Slide
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Montagehal van Krupp te Essen, 1906
Foto uit: They Shall Not Grow Old, Peter Jackson, 2019
Mannen (l) en vrouwen (r) vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog
Slide 18 - Slide
Oorzaken voor het uitbreken van WOI
Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen
Nationalisme= liefde voor het eigen land
Militarisme= verheerlijking van het leger
Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,
Slide 19 - Slide
Lees bron 1 en beantwoord de volgende vraag;
Over welke oorzaak(en) van de Eerste Wereldoorlog gaat bron 1? Leg in je antwoord uit waarom je voor deze oorzaak gekozen hebt.
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bron 1 Uitspraak van de Britse politicus Winston Churchill
In 1914 hing een vreemde stemming in de lucht. Het leek of mensen ontevreden waren over de welvaart en oorlog wilden. Onder de oppervlakte smeulden in bijna ieder land nationale driften. Je ging haast denken dat mensen wilden lijden. In ieder geval deden veel mensen hun best om het zover te laten komen.
Naar: The Origins of the First World War, Londen, 1984.
Winston Churchill (1914), CBS
Slide 20 - Slide
Je kunt altijd terug naar de informatie en de bron(nen)
Bekijk bron 2 en beantwoord de volgende vraag;
Over welke oorzaak(en) van de Eerste Wereldoorlog gaat bron 2? Leg in je antwoord uit waarom je voor deze oorzaak gekozen hebt met iets wat je ziet op de bron
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bron 2: Een Brits affiche uit 1916
Vertaling: Tekst boven: Deze vrouwen doen hun werk. Tekst onder: Ze leren hoe ze kogels moeten maken
Slide 21 - Slide
Je kunt altijd terug naar de informatie en de bron(nen)
Bekijk bron 3 en beantwoord de volgende vraag;
Over welke oorzaak(en) van de Eerste Wereldoorlog gaat bron 3? Leg in je antwoord uit waarom je voor deze oorzaak gekozen hebt met iets wat je ziet op de bron
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bron 3: Een Amerikaans affiche
Slide 22 - Slide
Je kunt altijd terug naar de informatie en de bron(nen)
Bekijk bron 5 en beantwoord de volgende vraag;
Over welke oorzaak(en) van de Eerste Wereldoorlog gaat bron 5? Leg in je antwoord uit waarom je voor deze oorzaak gekozen hebt met iets wat je ziet op de bron
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bron 5: Britse cartoonuit 1915
Vertaling: ZIJN WIJ BANG? NEE!!
Slide 23 - Slide
Aan het werk
Slide 24 - Slide
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bondgenootschappen in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap -> Let goed op het jaartal!
Geallieerden
Centralen
Bondgenootschappen in 1914
Duitse Rijk
Rusland
Italië
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Groot-Britannië
Slide 25 - Drag question
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | 3.1 De Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Oorzaken voor het uitbreken van WOI
Klik na het geven van je antwoord op BEWAREN | De bron nog een keer bekijken? Klik op het pijltjes (rechtsonder)
Bondgenootschappen
Nationalisme
Militarimse
Wapenwedloop
Strijd om de sterkste wapens
Verheerlijking van het leger
liefde voor het eigen land
afspraken over samenwerking tussen landen
Slide 26 - Drag question
Over welke oorzaak(en) van de Eerste Wereldoorlog gaat bron 2?Leg in je antwoord uit waarom je voor deze oorzaak gekozen hebt.
Bondgenootschappen in 1914
Klik na het geven van je antwoord op BEWAREN | De bron nog een keer bekijken? Klik op het pijltjes (rechtsonder)
Slide 27 - Open question
Wat is een 'tweefrontenoorlog'?
Slide 28 - Open question
Welk begrip hoort bij welke betekenis?
Hieronder zie je een aantal betekenissen van begrippen.
Welke begrip hoort bij welke betekenis?
Betekenis
begrip
Stelsel van kilometerslange tunnels en gangen in de grond. Het beschermd soldaten tegen kogels en granaten van de vijand.
Afspraak tussen oorlog voerende landen om een tijd niet te vechten
Afkorting van nationaalsocialist, aanhanger van de fascistische partij van Hitler.
Geen partij kiezen bij een oorlog of ruzie.
Erg trots zijn op je eigen land en cultuur.
Iemand die alle macht heeft en gesteund wordt door het leger en de (geheime) politie.
nazi
wapenstilstand
dictator
neutraal
loopgraven
nationalisme
Slide 29 - Drag question
In de Eerste Wereldoorlog:
A
Was Nederland neutraal
B
Hoorde Nederland bij de geallieerden
C
Hoorde Nederland bij de centralen
Slide 30 - Quiz
De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden
Slide 31 - Drag question
Centralen
Neutraal
Geallieerden
Slide 32 - Drag question
Front
A
(militaire) samenwerking tussen landen
B
Een gebied dat in een ander werelddeel ligt en door een Europees land werd bestuurd.
C
Een groot en machtig rijk met al zijn kolonies
D
Plaats waar gevochten wordt
Slide 33 - Quiz
Welk wapen hoort in welk vak?
Vóór de Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog
Slide 34 - Drag question
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
Slide 35 - Drag question
Nederland was neutraal in de Eerste Wereldoorlog. Wat betekent neutraal?
Slide 36 - Open question
Wat is een tweefrontenoorlog?
A
Een oorlog met twee partijen die tegen elkaar vechten.
B
Een oorlog met twee frontlinies, waar tegelijkertijd wordt gevochten
C
Een oorlog met meerdere partijen die op twee manieren met elkaar vechten.
D
Een oorlog waarbij de verliezende partij alles moet opgeven.
Slide 37 - Quiz
1914
1917
Amerika doet mee met WO1
Schlieffenplan mislukt
Rusland sluit vrede met Duitsland
Moord op Frans Ferdinand. Kroonprins van Oostenrijk-Hongarije
Slide 38 - Drag question
Waarom was het zo moeilijk om de vijandelijke loopgraven te veroveren?
Slide 39 - Open question
Eerste wereldoorlog
Tweede wereldoorlog
60 miljoen doden
Hitler
Loopgraven
Nederland deed niet mee
de bezetting
atoombom
1939 - 1945
Japan
10 miljoen doden
1914-1918
Duitsland zwaar gestraft
gifgas
Slide 40 - Drag question
En nu aan uit het werkboek werken........ BLZ 64 tm 67