6. De Waddenzee

6. De Waddenzee
1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

6. De Waddenzee

Slide 1 - Slide

Man en vrouw

Slide 2 - Slide

Geslachtkenmerken
  • Primair -
    bij geboorte aanwezig
  • Secundair -
    vanaf de puberteit

Slide 3 - Slide

Wat is normaal?

Slide 4 - Slide

De man
Open in nieuw venster
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen 
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel teelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine

Slide 5 - Slide

Sperma bestaat uit zaadcellen en zaadvocht
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Zaadvocht bestaat uit vocht uit de bijballen en de zaadblaasjes.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Een druppel sperma bevat enkele honderden zaadcellen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Een man produceert elke dag 100 miljoen zaadcellen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Bij een gezonde man zijn 95% van de zaadcellen in topconditie
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Door de hoge activiteit is de temperatuur van de zaadballen altijd iets hoger dan van de rest van het lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

De vrouw
trechter
Verbreed begin van de eileider.
Vangt de rijpe eicel op bij de ovulatie.
eierstok
Hierin zitten 400.000 onrijpe eicellen. 
Iedere 4 weken rijpt er een (soms meer) die vrijkomt. 
(ovulatie of eisprong) 
eileider
Vervoert de eicel naar de baarmoeder.
Hierin vindt ook de bevruchting plaats.

urineblaas
urinebuis
vagina
Bij geslachtgemeenschap komt hier het sperma. 
Zaadcellen zwemmen via de baarmoeder naar de 
eicel om die te bevruchten 
baarmoeder
De bevruchte eicel nestelt zich in de wand van de baarmoeder.
Hier vindt dan de ontwikkeling van het embryo plaats. Het kind groeit en ontwikkelt zich in 40 weken tot het geboren wordt.

Slide 12 - Slide

In de eierstokken van een meisje liggen bij haar geboorte 1.000.000 onrijpe eicellen klaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Vanaf de puberteit rijpen elke maand een paar van deze onrijpe eicellen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Tegen de tijd dat een vrouw in de overgang komt
zijn er in totaal zo'n 400 eicellen rijp geworden
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Als een vrouw ouder wordt gaat de kwaliteit van de eicellen (sterk) achteruit
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Menstruatiecyclus

Slide 17 - Slide

De vrouw
trechter
Verbreed begin van de eileider.
Vangt de rijpe eicel op bij de ovulatie.
eierstok
Hierin zitten 400.000 onrijpe eicellen. 
Iedere 4 weken rijpt er een (soms meer) die vrijkomt. 
(ovulatie of eisprong) 
eileider
Vervoert de eicel naar de baarmoeder.
Hierin vindt ook de bevruchting plaats.

urineblaas
urinebuis
vagina
Bij geslachtgemeenschap komt hier het sperma. 
Zaadcellen zwemmen via de baarmoeder naar de 
eicel om die te bevruchten 
baarmoeder
De bevruchte eicel nestelt zich in de wand van de baarmoeder.
Hier vindt dan de ontwikkeling van het embryo plaats. Het kind groeit en ontwikkelt zich in 40 weken tot het geboren wordt.

Slide 18 - Slide

Menstruatiecyclus

Slide 19 - Slide

Bevruchting en zwangerschap

Slide 20 - Slide

Bevruchting
Na de eisprong blijft de eicel zonder bevruchting 
nog ongeveer een dag in leven. 
1
Zaadcellen blijven na de zaadlozing zeker drie dagen in leven.
De bevruchting vindt plaats in de eileider.
2
Direct na de bevruchting begint de eicel zich te delen.
Zo ontstaat een klompje cellen.
3
Het klompje cellen nestelt in de wand van
de baarmoeder.
4

Slide 21 - Slide

Zwanger

Slide 22 - Slide

Ontwikkeling in de baarmoeder
  • klompje cellen voor de innesteling

  • eerste groei door opname van voeding uit bloed in het baarmoederslijmvlies

  • ontwikkeling van placenta

  • embryo met vruchtvliezen en placenta

Slide 23 - Slide

Geboorte
  • Ontsluiting

  • Vliezen breken

  • Persweeen

  • Uitdrijving

  • Nageboorte




Slide 24 - Slide

.. of anders
  • Normaal

  • Stuitligging

  • Dwarsligging

Slide 25 - Slide

Tweelingen
Twee-eiig
  • twee eicellen
  • twee zaadcellen
  • twee bevruchte eicellen
  • twee baby's
  • lijken op elkaar als normale broers en zussen
  • kunnen twee jongens, twee meisjes
    of één jongen en één meisje zijn

Een-eiig
  • één eicel
  • één zaadcel
  • één bevruchte eicel
  • bevruchte eicel splitst
  • twee baby's
  • lijken op elkaar als twee druppels water
  • het DNA is identiek
  • Altijd twee maal hetzelfde geslacht

Slide 26 - Slide

Tussen twee menstruaties zit altijd 4 weken
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

De menstruatriecyclus begint op de eerste dag van het menstrueren
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Het menstrueren duurt gemiddeld zo'n 4 a 5 dagen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

De meeste vrouwen menstrueren tussen hun 12e en 50e jaar
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Halverwege de cyclus vindt de ovulatie plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Aan het begin van de cyclus vindt de ovulatie plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

De menstruatie begint als het gele lichaam is afgestorven
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Iedere maand rijpt er 1 (of 2) eicel
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Bevruchting vindt plaats binnen een dag in de eileider
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Een dag of 5 na de ovulatie nestelt het embryo zich in het baarmoederslijmvlies
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Een dag of 5 na de ovulatie nestelt het embryo zich in het baarmoederslijmvlies
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Als een vrouw zwanger is gaan de ovulatie gewoon door, het menstrueren niet.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

De eerste celdelingen van het jonge embryo vinden al plaats in de eileider
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Na de innesteling kan het embryo ook gaan groeien, de voedingsstoffen worden opgenomen via de placenta.
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz

In de placenta mengt het bloed van moeder en baby zodat er voeding en zuurstof in het bloed van de baby komt.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

Na ongeveer 40 weken is het tijd dat de baby geboren wordt.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quiz

Een normale geboorte verloopt volgens de volgende stappen:
1. Ontsluiting, 2. breken van vliezen, 3. persweeën,
4. uitdrijving, 5. nageboorte
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Een normale geboorte verloopt volgens de volgende stappen:
1. Ontsluiting, 2. breken van vliezen, 3. persweeën,
4. uitdrijving, 5. nageboorte
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quiz

Voor een vlotte bevalling is het belangrijk dat de baby in een goede stuitligging "ligt".

A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quiz

  • sexueel
  • overdraagbare
  • aandoening

  • veilig vrijen
  • condoom


  • Chlamydia (b)
  • Gonorroe (b)
  • Syfilis (b)
  • Candida (sch)
  • HIV/aids (v)

Slide 46 - Slide

  • barriere

  • hormonen

  • achteraf

  • rigoreus

  • onbetrouwbaar

Slide 47 - Slide

Antigenen, antistoffen en vaccineren

Slide 48 - Slide

Afweer
  • Onze eerste defensielinie wordt
    gevormd door onze huid en
    slijmvliezen. Als je gezond bent houden
    die een hele hoop tegen.

  • Dringen ziekteverwekkers toch binnen,
    dan worden ze "opgegeten" door witte
    bloedcellen.
  • Dit is een dure methode want deze
    witte bloedcellen gaan zelf dood.

  • Beter is het om antistoffen te maken.
  • Dit moeten de witte bloedcellen wel
    eerst leren.
  • Bij een eerste infectie duurt dat even,
    je kunt flink ziek worden
  • Je lichaam onthoudt het wel.
    Een tweede keer wordt je niet meer ziek

Slide 49 - Slide

Determineren

Slide 50 - Slide

Determineren
glas
grove schaalverdeling
schenktuitje
één deel
1
glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel
2
glas
fijne schaalverdeling
schenktuitje
één deel

3
glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel

4
glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

5
glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

6
plastic
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

7
plastic
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

8
glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel

9
hout
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel

10
geen glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel

10
geen glas
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
één deel

10
hout
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

11
metaal
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

15
metaal
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

12
metaal
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

13
metaal en kunsstof
geen schaalverdeling
geen schenktuitje
twee delen

14

Slide 51 - Slide

maak een determineertabel voor fruit:

appel
sinaasappel
kers
pruim
peer
citroen
meloen
mango

Slide 52 - Slide

Maak een determineertabel voor lab-materiaal
1a.
1b.

Slide 53 - Slide