Week 37 L2

Mevrouw van der Linden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Mevrouw van der Linden

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Repaso - 15 min
  • Gramática - 15 min
  • Libro de ejercicio - 30 min
  • Quizlet: Vocabulario - 10 min

Doel: Aan het eind van deze les 
  • heb ik de regelmatige werkwoorden herhaald
  • Weet ik wat en de vorm van de onvoltooid tt
  • heb ik een tekst gelezen en begrepen
  • heb ik de opdrachten kunnen maken

Slide 2 - Slide

Repaso
  1. Hoeveel groepen werkwoorden hebben we in het Spaans? 
  2. Wat zijn de..... groepen?

Slide 3 - Slide

Repaso: los verbos regulares

Slide 4 - Slide

Stappenplan
werkwoorden vervoegen

1. Haal -ar, -er of -ir van het werkwoord af, nu heb je de stam.
2. Wat is het onderwerp van de zin (yo, tú, él ...).
3. Bekijk wat de juiste uitgang is die bij dit onderwerp hoort. (kijk goed bij AR, ER of IR)
4. Plak de uitgang aan de stam.

Voorbeeld: Ella ______ (vivir) en una casa muy grande. 
1. Het is een ir werkwoord, de stam is viv
2. Het onderwerp in de zin is: Ella (zij)
3. Als je kijkt in het schema bij de ir werkwoorden staat er bij ella > e
4. viv + e = vive                        Het juiste antwoord is: Ella vive en una casa muy grande.

Slide 5 - Slide

A trabajar! In je schrift
A) Vervoeg de volgende regelmatige werkwoorden + vertalen naar het Nederlands.
1. Ana y Juan............ (estudiar) en el KSH.
2. Mi mama .................(trabajar) en el hospital.
3. Los chicos....... (correr) 5 km todos los miércoles.

Slide 6 - Slide

A trabajar! In je schrift
A) Vervoeg de volgende regelmatige werkwoorden + vertalen naar het Nederlands.
1. Ana y Juan estudian en el KSH.
Ana en Juan studeren op het KSH.
2. Mi mama trabaja en el hospital.
Mijn moeder werkt in het ziekenhuis.
3. Los chicos corren 5 km todos los miércoles.
De jongens rennen elke woensdag 5 km.


Slide 7 - Slide

1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van de presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je de presente perfecto?
4. Vragen

Clave D: El Presente perfecto

De voltooid tegenwoordige tijd 
Dit jaar heb ik veel gereisd

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Je gebruikt de presente perfecto bij: 

  • Je vertelt wat je hebt gedaan.
  • Je vertelt over een periode die nog loopt.

VB:
¿Qué has hecho este verano?
Wat heb je deze zomer gedaan?
De signaalwoorden die bij de presente perfecto horen zijn: 
  • hoy = vandaag 
  • esta semana = deze week 
  • este año = dit jaar 
  • alguna vez = ooit 
  • todavía no = nog niet
  • ya = al 
  • muchas veces = vaak 
  • no = niet 
  • nunca = nooit 

Slide 10 - Slide

Presente perfecto

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dus de voltooid tegenwoordige tijd gaat als volgt:
hulpwerkwoord HABER + voltooid deelwoord   bijvoorbeeld van hablar:
                   
                    he      hablado        =       ik heb gesproken
                    has    hablado        =        jij hebt gesproken
                    ha      hablado        =        hij /zij/ u heeft gesproken
                    hemos hablado     =       wij hebben gesproken
                    habéis hablado     =       jullie hebben gesproken
                    han     hablado        =      zij hebben gesproken

Slide 13 - Slide

A trabajar!
A trabajar! Schrijf de antwoorden in je schrift
1. Schrijf het voltooid deelwoord op van:

1. Pensar
2. Comer
3. llorar
4. escribir
5. volar
2. Vervoeg de werkwoorden in de presente perfecto
  1. Nina..... (Caminar) por las playas de Cádiz.
  2. Hoy.....(perder) mis libros.
  3. ...... (hacer) los deberes.
3. Schrijf nu 1 zin in de presente perfecto: Wat heb je deze zomer gedaan? 
- Gebruik de tijdsaanduidingen om te beginnen
timer
10:00

Slide 14 - Slide

A trabajar!
A trabajar! Schrijf de antwoorden in je schrift
1. Schrijf het voltooid deelwoord op van: 

1. Pensado
2. Comido
3. llorado
4. escrito
5. volado
2. Vervoeg de werkwoorden in de presente perfecto
  1. Nina ha caminado por las playas de Cádiz.
  2. Hoy he perdido mis libros.
  3.  has hecho los deberes.
3. Schrijf nu 1 zin in de presente perfecto: Wat heb je deze zomer gedaan? 
- Gebruik de tijdsaanduidingen om te beginnen

Este verano he viajado mucho. 
Dit zomer heb ik veel gereisd.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

PA 2 Capítulo 1
Adiós a las vacaciones...

Slide 16 - Slide

A trabajar!

Objetivo: Leer un texto
1. Ve a: Clave C
Libro de texto pág 8 +9

2. vamos a leer juntos (Samenlezen)

3. Individualmente libro de ejercicio pág 12 + 13 ejercicio 9 a t/m d
pág 13 ej 10a + b 


Objetivo: Trabajar la gramática 

1. Ve a: Clave D
Libro de texto pág 10

2. Individualment libro de ejercicio

pág 15 ej 12 + 13B&D --> niet af= huiswerk

3. Frases Clave E pág 10 libro de texto




timer
15:00
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Ejercicio 9a
1 c
2 a
3 b

Ejercicio 9b
Laura Casa
Belén Camping
Javier Hotel
Mónica Camping
Víctor Camping



Ejercicio 9c
Voorbeelduitwerking:
1 Je moet ver lopen om naar de wc te gaan en in de rij staan om te douchen.
2 Op een camping aan de Costa Brava.
3 In een dorp dichtbij Rome.
4 Ze vond het leuk, ze heeft erg met haar gelachen.
5 Ze vind het heel lekker, ze heeft heel veel pizza’s gegeten.

Ejercicio 9d
1 dicht bij zee
2 niet
3 luxe
4 saai
5 twee
6 steden
7 saai

Slide 18 - Slide

Ejercicio 10a
1 estar
2 dormir
3 llover
4 visitar
5 comer
6 querer
7 necesitar

Ejercicio 10b
1 zijn, zich bevinden
2 slapen
3 regenen
4 bezoeken
5 eten
6 willen
7 nodig hebben

Slide 19 - Slide

Ejercicio 12a
1 llamo
2 pasamos
3 escriben
4 habla
5 beben
6 come

Ejercicio 12b
1 comen
2 pasamos
3 compra
4 buscan
5 Escribís
6 bebéis


Ejercicio 13a
1 hemos ido
2 ha hecho
3 ha gustado
4 han abierto
5 ha vuelto

Ejercicio 13b
1 hemos
2 ha
3 ha
4 han
5 han
6 habéis


Ejercicio 13c
1 ido
2 dormido
3 ido
4 conocido
5 hablado
6 comido
7 bebido
8 pasado

Ejercicio 13d
1 he dormido
2 ha comido
3 habéis hablado
4 han bebido
5 has conocido
6 hemos ido
7 ha trabajado
8 han cenado


Slide 20 - Slide

QUIZLET 
Oefen de voca via quizlet
Link staat onder huiswerk in magister

Geen Laptop/baterij?
Libro de ejercicios pág 38 +39 woordjes overschrijven


Slide 21 - Slide

¡Adiós!
  • Huiswerk:
Libro de Ejercicios en la página 9+8 ejercicios 6+7

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link