2. 3kgt Lezen les 5

  • Etui, werkboek én Ipad op tafel
  • Ga rustig zitten.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

  • Etui, werkboek én Ipad op tafel
  • Ga rustig zitten.

Slide 1 - Slide

Periode 2 - Toetsen Nederlands 
  • Lees- en schrijfvaardigheid
  • Kijk- en luistervaardigheid
  • Leesvaardigheid en woordenschat Toets hoofdstuk 2+3 (SE week)






Slide 2 - Slide

2.3 Lezen (blz. 105)
In deze paragraaf leer je:
  • Informatieve teksten lezen
  • Vaststellen of informatie objectief is
  • Tekstdoelen en tekstsoort herkennen

Slide 3 - Slide

Vandaag
  • Kort theorie herhalen
  • bespreken opdrachten 7, 8 en 9
  • Aan de slag met met tekstdoelen en tekstsoort herkennen

Slide 4 - Slide

2.3 Lezen - informatieve teksten (blz. 105)
Heel veel teksten zijn informatieve teksten. Ze worden geschreven met het doel om je te informeren over een onderwerp. Vaak al te zien aan de bron.

Voorbeelden van informatieve teksten:
  • nieuwsbericht
  • uiteenzetting
  • interviewverslag
  • handleiding

Slide 5 - Slide

2.3 Lezen - Objectieve informatie (blz. 110)
Objectieve informatie is informatie waarin de mening van de schrijver geen rol speelt. Hij is neutraal, hij presenteert feiten.

Objectieve informatie vind je bijvoorbeeld in een encyclopedie als Wikipedia of in een nieuwsbericht. Als lezer verwacht je dat de informatie waar is of dat het echt zo is gebeurd.
Het tegenovergestelde van objectieve informatie is subjectieve informatie (niet-objectieve)

Slide 6 - Slide

Aan de slag 1
  • Bespreken opdracht 7 t/m 9 (blz. 110 t/m 111)

Slide 7 - Slide

Leertekst Tekstdoel en tekstsoort (blz. 110)
Tekstdoel
Tekstsoort
Voorbeelden
informeren
informatieve tekst
nieuwsbericht, handleiding schoolboektekst
overtuigen
betogende tekst (= tekst met mening)
ingezonden brief, recensie
activeren
activerende tekst
advertentie, oproep
amuseren
amuserende tekst
verhaal, strip
Het doel dat de schrijver heeft met een tekst, noemen we het tekstdoel. Alle teksten met hetzelfde tekstdoel behoren tot dezelfde tekstsoort.
Veel teksten hebben meer dan één tekstdoel. Een advertentie wil je bijvoorbeeld overhalen tot iets, maar geeft je ook informatie. 
Er is altijd één tekstdoel het belangrijkste.

Slide 8 - Slide

Leertekst Tekstdoel en tekstsoort (blz. 110)
  • Wanneer er gevraagd wordt naar het doel van de tekst of het doel van de schrijver, is het antwoord dus een tekstdoel bijvoorbeeld informeren, overtuigen, activeren of amuseren.
  • Wanneer er gevraagd wordt naar de tekstsoort, dan is het antwoord een informerende tekst, betogende tekst (overhalende tekst), activerende tekst of amuserende tekst.

Slide 9 - Slide

Aan de slag 2 - stap voor stap
 Lees tekst 5 en maak opdracht 10 t/m 12 (blz. 112-114)
Werk in tweetallen
Werk rustig en geconcentreerd
Lees eerst steeds de vraag HELEMAAL!!
Formuleer een goed antwoord.

Slide 10 - Slide