6.2: Bloedsomloop en hart

1. Welke bloedcellen vervoeren zuurstof?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplaatjes
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. Welke bloedcellen vervoeren zuurstof?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplaatjes

Slide 1 - Quiz

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 2 - Quiz

Welke bloedcellen zorgen voor je immuunsysteem (afweersysteem?)
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 3 - Quiz

Het Hart
Bloedsomloop
Bouw van het hart
Werking van het hart

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een dubbele bloedsomloop is
  • Ik kan de functies en verschillen uitleggen tussen de grote en de kleine bloedsomloop
  • Ik kan de onderdelen van het hart met de aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding of model
  • Ik kan functies en kenmerken uitleggen van de onderdelen van het hart
  • Ik kan uitleggen hoe een hartslag verloopt


Slide 5 - Slide

Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop
Hart - rest van het lichaam - hart

Dubbele bloedsomloop, want hij loopt twee keer door het hart hart

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Buitenkant HART
Kransslagader
Holle ader
Aorta

Slide 8 - Slide

Binnenkant HART
Kleppen
Boezems
Kamers

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welke hartkamer heeft de meest gespierde wand?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 13 - Quiz

Waarom?

Slide 14 - Open question

Wat zorgt ervoor dat alle cellen in het lichaam zuurstof en voedingsstoffen krijgen: de grote bloedsomloop of de kleine bloedsomloop?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 15 - Quiz

Waar is het glucosegehalte groter, in de kransslagader of de kransader?
A
Kransslagader
B
Kransader
C
Er zit geen glucose in je bloed
D
Waar heb je het over?

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
Ze verhinder dat het bloed uit de boezems in de aders stroomt
B
Ze verhinderen dat het bloed uit de boezems naar de kamers stroomt
C
Ze verhinderen dat het bloed uit de kamers naar de boezems stroomt
D
Ze verhinderen dat het bloed uit de kamers naar de slagaders stroomt

Slide 17 - Quiz

Waarheen stroomt het bloed als de linkerboezem samentrekt?
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
Linkerkamer
D
Aorta

Slide 18 - Quiz

Hoe goed begrijpen jullie het?
0100

Slide 19 - Poll