Blaaskatheterisatie bij vrouwen

Blaaskatheterisatie bij vrouwen

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je het inbrengen van een blaaskatheter bij een vrouw begrijpen en uitvoeren

Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten zullen leren.

Wat weet je al over het inbrengen van een blaaskatheter bij een vrouw?

Blaaskatheterisatie

Blaaskatheterisatie is het inbrengen van een katheter in de blaas om urine af te voeren.

Definieer blaaskatheterisatie en leg uit wat het doel ervan is.

Redenen voor blaaskatheterisatie

Blaaskatheterisatie kan nodig zijn bij urineretentie, incontinentie of bij operaties.

Beschrijf de redenen waarom blaaskatheterisatie nodig kan zijn.

Voorbereiding

Was je handen en draag handschoenen. Bereid de katheter, steriel gaas, glijmiddel en een opvangzak voor.

Leg de voorbereidingen uit die nodig zijn voordat de blaaskatheterisatie kan beginnen.

Hygiëne

Zorg voor een schone omgeving en gebruik steriele materialen om infecties te voorkomen.

Leg het belang van hygiëne uit bij het inbrengen van een blaaskatheter.

Anatomie van de vrouwelijke urethra

De vrouwelijke urethra is korter en breder dan die van een man.

Beschrijf de anatomie van de vrouwelijke urethra. Leg uit hoe deze verschilt van die van mannen.

Inbrengen van de katheter

Breng de katheter langzaam en voorzichtig in de urethra tot de urine begint te stromen. Ga dan nog een paar centimeter verder.

Leg uit hoe de katheter stap voor stap moet worden ingebracht.

Gebruik van glijmiddel

Gebruik voldoende glijmiddel om de katheter soepel in te brengen.

Leg uit waarom glijmiddel belangrijk is bij het inbrengen van een blaaskatheter.

Controleren op weerstand

Als er weerstand is bij het inbrengen van de katheter, stop dan en probeer opnieuw met meer glijmiddel.

Leg uit waarom weerstand kan optreden en wat de student moet doen als dit gebeurt.

Verwijderen van de katheter

Verwijder de katheter langzaam en voorzichtig om letsel aan de urethra te voorkomen.

Leg uit hoe de katheter moet worden verwijderd en waarom het belangrijk is om dit voorzichtig te doen.

Nazorg

Help de patiënt om comfortabel te blijven en controleer regelmatig of er geen problemen zijn met plassen.

Leg uit wat de student moet doen om ervoor te zorgen dat de patiënt goed wordt verzorgd na het inbrengen van de katheter.

Complicaties

Mogelijke complicaties zijn infecties, bloedingen en letsel aan de urethra.

Beschrijf de mogelijke complicaties die kunnen optreden bij het inbrengen van een blaaskatheter.

Contra-indicaties

Blaaskatheterisatie mag niet worden uitgevoerd bij patiënten met een bekkenfractuur of bekkenletsel.

Beschrijf de situaties waarin blaaskatheterisatie niet mag worden uitgevoerd.

Oefenen

Oefen het inbrengen van een blaaskatheter bij een vrouw met een simulatiepop onder toezicht van een ervaren professional.

Leg uit waar en hoe studenten kunnen oefenen met het inbrengen van een blaaskatheter bij een vrouw.

Richtlijnen

Volg altijd de richtlijnen van de instelling en werk samen met andere professionals om de beste zorg te bieden.

Herinner studenten eraan om altijd de richtlijnen van hun instelling te volgen en om samen te werken met andere professionals.

Quiz

Test je kennis over blaaskatheterisatie bij vrouwen.

Maak een korte quiz om te zien hoe goed studenten de lesstof hebben begrepen.

Herhaling van de lesstof

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les.

Vat samen wat studenten hebben geleerd en benadruk de belangrijkste punten van de les.

Vragen

Beantwoord eventuele vragen die studenten hebben over de lesstof.

Maak tijd vrij om vragen van studenten te beantwoorden en eventuele onduidelijkheden op te helderen.

Einde van de les

Bedank de studenten voor hun deelname en moedig hen aan om te oefenen en zich verder te ontwikkelen in het inbrengen van een blaaskatheter bij vrouwen.

Sluit de les af met een woord van dank en aanmoediging.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.