Uitscheiding

Uitscheiding
1 / 32
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Uitscheiding

Slide 1 - Slide

INHOUD LES
  • Uitscheidingsorganen.
  • Urinewegstelsel.
  •  Bouw en werking nieren.
  • Bouw en werking urinewegen.
  • Samenstelling urine.

Slide 2 - Slide

Wat wordt door de nieren gezuiverd?
A
Bloed
B
Lymfe

Slide 3 - Quiz

Behalve de nieren en de urinewegen zijn er nog andere uitscheidingsorganen.
Noem nog een ander uitscheidingsorgaan.

Slide 4 - Open question

FUNCTIE UITSCHEIDING
Stoffen verwijderen die NIET opgenomen zijn in bloed en lymfe.

Dit zijn afvalstoffen = EXCRETEN.

Slide 5 - Slide

UITSCHEIDINGSORGANEN
  •  Nieren en Urinewegen
  • Longen
  •  Huid
  • Darmen 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

URINEWEGSTELSEL
Bestaat uit:

  •  Nieren
  •  Urinewegen: urineleiders, blaas, urinebuis

Slide 9 - Slide

NIEREN
  • Ze liggen aan weerszijden in de wervelkolom

  • De rechter nier ligt iets lager dan de linker nier

  • Om de nieren zit een laag bindweefsel en een dikke laag vetweefsel

Slide 10 - Slide

Waarom ligt de rechter nier iets lager dan de linker nier?

Slide 11 - Open question

FUNCTIES NIEREN
  • Controleren (zuiveren) van het bloed om te zorgen dat de hoeveelheid en de samenstelling van de lichaamsvloeistoffen constant blijven

  • De nieren zorgen daarom voor uitscheiding van schadelijke stoffen, water en overtollige stoffen

  • De nieren reguleren de zuurgraad van het bloed (pH waarde iets boven 7)

Slide 12 - Slide

BOUW VAN DE NIEREN
Ze zijn opgebouwd uit:

  •  Kapsel
  • Nierschors
  • Niermerg
  • Nierbekken
  • Nierpoort 

Slide 13 - Slide

KAPSEL
  • Dit vormt de buitenkant van de nier.
  • Het kapsel is opgebouwd uit bindweefsel.

  • Functies:

  • Bescherming
  • Op de plaats houden van de nier

Slide 14 - Slide

NIERSCHORS
  • Zit aan de buitenzijde van de nier = bolle zijde.

  • Het weefsel is gespikkeld door kleine bloedvaten en kleine filtersystemen.

Slide 15 - Slide

LICHAAMPJES VAN MALPIGHI

  •                    Liggen in de nierschors

  • Ze bestaan uit:  
                
  • Kapsels van Bowman
  • Glomeruli = slagaderlijk haarvatennet

Slide 16 - Slide

KAPSEL VAN BOWMAN
                                 Gaat over in een kronkelig buisje = TUBULUS.

                            In het kapsel wordt voorurine gevormd. 
                          Voorurine kan wel uit 180 liter bestaan
                                    De voorurine ontstaat uit stoffen die door filtratie uit het bloed komen.

                                De stoffen worden aangevoerd door de
GLOMERULI.


Slide 17 - Slide

NIERMERG
= piramidelaag

      Bestaat uit groepjes piramiden of kegeltjes.
                      De afgeronde punten zijn naar het nierbekken gericht.

In het merg gaat de TUBULUS over in de LIS VAN HENLE.


Slide 18 - Slide

LIS VAN HENLE
  • Hier worden nuttige stoffen uit de voorurine gehaald en aan het bloed teruggegeven = resorptie.

  • Nuttige stoffen zijn, water, zouten en glucose.

  • Op die manier wordt urine gevormd.


Slide 19 - Slide

NIERBEKKEN
  • Dit is een holte in de nier = holle zijde                   
  • Hier wordt urine opgevangen en druppelsgewijs afgegeven aan de urineleiders (2).                                  
  • De urineleiders geven de urine dan af aan de blaas.


Slide 20 - Slide

NIERPOORT
  • Zit in het nierbekken.

  • Hier komen de nierslagaders de nier in.

  • Hier gaan de nieraders en de urineleiders de nier uit.


Slide 21 - Slide

BLAAS
Opgebouwd uit:

  •  Binnenste laag slijmvlies (epitheelweefsel)
  • Buitenste laag glad spierweefsel 

  • De blaas kan 1 tot 1,5 liter urine bevatten
  • Via de urinebuis (1) gaat de urine naar buiten



Slide 22 - Slide

SLUITSPIEREN VAN DE BLAAS
  • Binnenste sluitspier is glad (onwillekeurig) spierweefsel

  • Buitenste sluitspier is dwarsgestreept (willekeurig) spierweefsel

Slide 23 - Slide

SAMENSTELLING URINE
In een normale situatie:

  •  95% water
  • Ureum en urinezuur
  • Overtollige zouten
  • Andere overtollige stoffen, bv. rode kleurstof rode bieten
  • Schadelijke stoffen, bv. geneesmiddelen, drugs of alcohol

Slide 24 - Slide

Waarvan zijn ureum en urinezuur afvalstoffen?
A
Van de eiwitverbranding
B
Van de koolhydraatverbranding
C
Van de vetverbranding

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Wat is het reservoir van de nieren?
A
Het kapsel van bowman
B
Het nierbekken
C
Het niermerg

Slide 27 - Quiz

Welke 3 onderdelen horen bij de urinewegen?

Slide 28 - Open question

Wat is er zo bijzonder aan de glomeruli in de nierschors?

Slide 29 - Open question

Wat is de functie van de Lis van Henle?
A
Afvalstoffen uit de urine filteren
B
Osmotische druk handhaven
C
Water resorberen

Slide 30 - Quiz

Hoeveel urineleiders hebben de nieren?
A
1
B
2
C
3

Slide 31 - Quiz

Waar ligt het kapsel van Bowman?
A
In de nierschors
B
In het nierbekken
C
in het niermerg

Slide 32 - Quiz