§2.2: De landbouwrevolutie (P.2)

§2.2: De landbouwrevolutie (P.2)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

§2.2: De landbouwrevolutie (P.2)

Slide 1 - Slide

Vorige leerdoel
Hoe ontstond de landbouw en wat waren de gevolgen hiervan? 

Slide 2 - Slide

Bron 1:
"De landbouwrevolutie leidde tot de uitbreiding van dorpen en steden. Mensen gingen in vaste woonplaatsen (in boerderijen) leven, omdat ze op dezelfde plek hun gewassen konden verbouwen. Dit zorgde ervoor dat er meer voedsel beschikbaar was, wat de bevolking deed toenemen. Er ontstonden ook nieuwe beroepen, zoals ambachtslieden en priesters."

Slide 3 - Slide

Landbouwrevolutie
Gevolgen

-Boeren gingen op een vaste plek wonen. 📍
-Mensen wonen in stevige boerderijen. 💪🏠
-Ze bouwden tempels en grafmonumenten.
-Andere werktuigen (bijv. ploeg en potten).🏺
-Hadden veel meer spullen dan jager-verzamelaars.

Slide 4 - Slide

Dit leerdoel
Wie waren de eerste Europese boeren?
Schrijf ALTIJD het leerdoel in je schrift op!

Slide 5 - Slide

Landbouw begon in het Midden-Oosten 
(vruchtbare halve maan) rond 10.000 voor Christus.

Slide 6 - Slide

Boeren in Europa
Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.

Maar waarom eigenlijk? 
En wie waren deze mensen?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Bandkeramiekers
Waarom Zuid-Limburg:
Lössbodem = vruchtbare grond met veel voedingsstoffen. 

Wie waren deze eerste Nederlandse boeren?
Bandkeramiekers ->

Manier waarop ze hun aardewerk versieren.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Trechterbeker-cultuur
Rond 3.500 v.Chr. in het noorden van Nederland.

Vernoemd naar trechtervormige potten.
  • Ook wel bekend als de hunebedbouwers.
De ideeën, gebruiken en kunstvormen van een groep mensen die ze doorgeven aan hun kinderen.

Slide 11 - Slide

Elite
In een landbouwsamenleving was er een hiërarchie met bovenaan de (rijke) elite.
Dorpshoofd (elite)
Rijke boeren (elite)
Arme boeren

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat? Opdracht 7, 8 + 9.
Hoe? Individueel of in tweetallen.
Duur? 6 minuten daarna bespreken.

Eerder klaar?
Noteer de belangrijkste 
                            begrippen van §2.2.   
timer
6:00
Ga aan de slag met §2.2! 

Slide 15 - Slide