This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Bronnen op internet
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
wie is de bron?
de informatie is actueel
zelf bronnen gebruiken
Slide 3 - Slide
Wie is de bron?
Wie is de schrijver?
Wat is zijn/haar doel?
Wie is de schrijver?
Heeft hij al een voorkeur?
Slide 4 - Slide
Dekundigheid van de auteur
Slide 5 - Slide
Feiten: controleerbaar
Meningen: iets wat iemand vindt
Een betrouwbaar artikel is
gebaseerd op feiten (objectief!)
Slide 6 - Slide
Meningen...
Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?
Denk aan het voorbeeld:
Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.
VS
De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.
Slide 7 - Slide
Zelf bronnen gebruiken
Let goed op of jouw bron zelf ook (goede) bronnen gebruikt.
Check altijd meerdere bronnen.
Des te meer goede bronnen dezelfde informatie geven, hoe betrouwbaarder de informatie is!
Slide 8 - Slide
Datum van publicatie (actueel?)
Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....
Waarom is dat zo?
Slide 9 - Slide
Waarom moet je altijd de datum vermelden waarop je op een site gekeken hebt?
Slide 10 - Open question
Taalgebruik
Slide 11 - Slide
Rectificeren
Betrouwbare bronnen rectificeren bij fouten
Slide 12 - Slide
Verkoper van vitaminepillen die zegt: 'Het beste is om drie vitamine-C-pillen per dag in te nemen. Dat werkt goed tegen ziektes.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide
Slide 13 - Quiz
Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide
Slide 14 - Quiz
Dokter: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten, daardoor word je fit.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide
Slide 15 - Quiz
Eigenaar van de sportschool: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten en onze sportdrankjes drinken, daardoor word je fit.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide
Slide 16 - Quiz
Waar haal jij het liefst je informatie vandaan?
Hoe doe je het nu?
De bibliotheek
Het internet
Docenten
Boeken
Tijdschriften
Podcasts
Youtube
Schilderijen
Slide 17 - Poll
Het is lang niet altijd even makkelijk om betrouwbaar van onbetrouwbaar te onderscheiden en subjectief van objectief... Laten we kijken hoe goed jij dit kan!
Beantwoord de vragen uit de Quiz:
Quiz - betrouwbare informatie
Slide 18 - Slide
Wanneer mag jij naar de kapper? Bron: Speld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Het hoogste gebouw ter wereld is 828 meter hoog
A
Subjectief
B
Objectief
Slide 20 - Quiz
Matthijs de ligt is een betere voetballer dan Virgil van Dijk
A
Subjectief
B
Objectief
Slide 21 - Quiz
woorden van de les
vaccineren
Wegsijpelen
begeven
nabij
objectief
Kapot gaan
neutraal
inenten
dichtbij
met kleine druppeltjes wegstromen
Slide 22 - Drag question
Aan het werk!
Maken:
Kader: les 37 opdr. 1 t/m 7
Mavo: les 37 opdr. 1 t/m 12 (opdr. 5 mag je overslaan!)