Some/ any revision

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns

Slide 2 - Slide

By the end of this lesson, you...
...have refreshed your memory on some/ any.
...know when to use some/any in an English sentence. 

Slide 3 - Slide

Table of Contents
Vocabulary quiz
Grammar: Some/any + plurals
Work by yourselves

Slide 4 - Slide

Match the words with the definitions
Kies welk woord bij de definitie hoort. Vertaal het woord naar het Engels.


  1. It can be made of glass or plastic and has a wide top with a lid (=deksel). You use it to keep food or other stuff.
  2. How much of something there is.
  3. Thin, crispy and salty slices of potato. You often eat them while watching a movie.
  4. Helping someone or something. 
friet/ patat, hoeveelheid, uitdaging, steunen, chips, pot, (drink)pak
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Complete the sentences.


  1. My favourite ___ is a rose!
  2. On a special ___, we celebrate with a delicious meal.
  3. I ___ water to make tea. 
  4. I was very ___ by the footballer's talent. I could never do that!
  5. The chicken wings are crispy because of the ___.
  6. My favourite ___ is chocolate ice cream.
  7. You need ___ to bake cakes.

paneermeel, koken, bloem, droog, voorgerecht, bloem, gelegenheid, 
onder de indruk, steunen, nagerecht
timer
7:00

Slide 6 - Slide

Some / Any: 
What do you remember?

Slide 7 - Slide

Some/ any
I have some bananas at home. 
Can I have some milk in my tea?
I have not eaten any of the biscuits. 






Slide 8 - Slide

Some/ any
I have some bananas at home. 
Can I have some milk in my tea?
I have not eaten any of the biscuits. 


Look at your notes in your notebook. 





timer
1:00

Slide 9 - Slide

Some/ any
I have some bananas at home. 
Can I have some milk in my tea?
I have not eaten any of the biscuits. 


Look at your notes in your notebook. 

LET'S PRACTISE!




Slide 10 - Slide

In een ... gebruik je ...
Some
Any
Een bevestigende/ gewone zin.
Een ontkennende zin.
Een vraag waarop het antwoord (waarschijnlijk) 'ja' is.
Een vraag waarop je het antwoord niet weet. 

Slide 11 - Drag question

There is ... juice in the fridge.
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

Is there ... water in the bottle?
A
some
B
any

Slide 13 - Quiz

I can't cook ... dishes.
A
some
B
any

Slide 14 - Quiz

Drag (=sleep) the sentences to the right word. 
Some
Any
I tell ... good stories.
I did not find ... apples. 
Do you have ... hobbies?
Do you have ... water for me?
There aren't ... vegetables in the fridge. 

Slide 15 - Drag question

Some / Any: wanneer welke?
I ate some cake.
We sent you some pictures. 
I don't have any money.
There aren't any cupcakes left. 
Do you know any good restaurants?
Can I have some water?
Je gebruikt ... in een bevestigende zin.

Je gebruikt ... in een ontkennende zin.

Je gebruikt ... in eenvraag waarop je het antwoord niet weet.  

Je gebruikt ... in een vraag waarop het antwoord 'ja' is. 

Slide 16 - Slide

Some / Any: wanneer welke?
I ate some cake.
We sent you some pictures. 
I don't have any money.
There aren't any cupcakes left. 
Do you know any good restaurants?
Can I have some water?
Je gebruikt some in een bevestigende zin

Je gebruikt ... in een ontkennende zin.

Je gebruikt ... in eenvraag waarop je het antwoord niet weet.  

Je gebruikt ... in een vraag waarop het antwoord 'ja' is. 

Slide 17 - Slide

Some / Any: wanneer welke?
I ate some cake.
We sent you some pictures. 
I don't have any money.
There aren't any cupcakes left. 
Do you know any good restaurants?
Can I have some water?
Je gebruikt some in een bevestigende zin

Je gebruikt any in een ontkennende zin.

Je gebruikt ... in eenvraag waarop je het antwoord niet weet.  

Je gebruikt ... in een vraag waarop het antwoord 'ja' is. 

Slide 18 - Slide

Some / Any: wanneer welke?
I ate some cake.
We sent you some pictures. 
I don't have any money.
There aren't any cupcakes left. 
Do you know any good restaurants?
Can I have some water?
Je gebruikt some in een bevestigende zin

Je gebruikt any in een ontkennende zin.

Je gebruikt ... in eenvraag waarop je het antwoord niet weet.  

Je gebruikt ... in een vraag waarop het antwoord 'ja' is. 

Slide 19 - Slide

Some / Any: wanneer welke?
I ate some cake.
We sent you some pictures. 
I don't have any money.
There aren't any cupcakes left. 
Do you know any good restaurants?
Can I have some water?
Je gebruikt some in een bevestigende zin

Je gebruikt any in een ontkennende zin.

Je gebruikt any in eenvraag waarop je het antwoord niet weet.  

Je gebruikt some in een vraag waarop het antwoord 'ja' is. 

Slide 20 - Slide

Some
Any
Bella has ... great ideas.
I haven't seen ... lions. 
I can bake ... delicious cakes. 
Can I have ... butter from you?
I do not eat ... meat. 

Slide 21 - Drag question

Over to you...
Do the worksheet:
Exercise 1: Maak zinnen met een woord dat je kiest uit de woordenlijst.
Exercise 2: Zet woorden van de hele woordenlijst in een categorie. 
Exercise 3: Overhoor elkaar. Schrijf de woorden die je niet kent op. 


Work on the weektask (week 4)

Slide 22 - Slide