VzVee - Ziekteverwekkers - zoonosen

Verzorgen van Vee
Leerjaar 1
Docent: Marloes de Rooij
Onderdeel: ziekteverwekkers
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Melkveehouderij verzorgen van veeMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Verzorgen van Vee
Leerjaar 1
Docent: Marloes de Rooij
Onderdeel: ziekteverwekkers

Slide 1 - Slide

Deze les
Wat weet je nog van vorige week? 

Verder met ziekteverwekkers:
- Na deze les weet je de 5 hoofdgroepen van ziekteverwekkers te benoemen en kun je bij iedere groep minimaal 1 voorbeeld geven
- Na deze les weet je waar je een zieke koe aan kunt herkennen

Wat kan je meten aan een koe? 
- Je weet wat jij zelf kunt meten aan een koe en welke normaalwaarden daarbij horen


Slide 2 - Slide

Opdracht
Bestaat uit twee delen: 
1e deel -->
Iedereen krijgt een nummer 1, 2, 3, 4 of 5
Individueel aan de slag 10 minuten
Jij zoekt wat uit --> Wordt expert hierover!
2e deel --> jij gaat vertellen aan jouw groepje wat je weet --> je maakt de andere expert! --> 15 minuten

Slide 3 - Slide

Opdracht
Jij wordt expert over: 
1: Bacteriën
2: Virussen
3: Parasieten (incl protozoën!)
4: Schimmels en gisten
5: Prionen
Jij weet straks de anderen te vertellen over: 
- Wat is het voor beestje/ding? 
- Hoe werkt het? (hoe komt het binnen, hoe vermenigvuldigd het? Hoe maakt het ziek?
- Hoe behandel je het? 
- Welke voorbeelden kun je noemen bij koeien? 
- Hoe kan je voorkomen dat een koe het krijgt?  
- Kan het een zoönose zijn? en zo ja, welke? 

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Iedereen krijgt een nummer

15 minuten alleen --> expert voorbereiden onderwerp

Daarna met 5 personen --> vertel wat je van het onderwerp weet, zodat je groepsgenoten het ook kunnen vertellen!

Slide 5 - Slide

Bacterie
  • Eencellig --> vermenigvuldiging door deling --> kan snel gaan
  • Ook veel essentiële bacteriën --> denk maar aan pensbacteriën
  • Komt binnen via: huid, slijmvliezen, oraal, iedere toegangspoort
  • Gaat in cellen of organen zitten --> brengt schade aan --> infectie --> indien het de witte bloedcellen niet lukt dit aan te pakken --> ontsteking
  • Behandeling met antibiotica indien nodig
  • Voorkomen: door hygiënisch te werken, niet aankopen, eventueel vaccineren (mastitis)
  • Voorbeelden: Salmonella (Z), paratuberculose, leptospirose (Z), E.coli (Z)

Slide 6 - Slide

Virus
  • Klein deeltje erfelijk materiaal met eiwitomhulsel
  •  Vermeerderen in cellen --> past cellen aan zodat zij viruseiwitten gaan vormen --> cel gaat kapot, virus komt vrij en gaat naar volgend cel --> celschade
  • Komt binnen via slijmvliezen, huid, oraal enz.
  • Alleen ondersteunende behandelingen mogelijk, geen virusremmers bij koeien
  • Voorkomen: algemene hygiëne maatregelen, gescheiden groepen, geen aankoop, vaccinatie mogelijk
  • Voorbeelden: IBR, BVD, Pinkengriep, MKZ
  • Zoönose: volgens mij niet van belang --> wel bv rabiës (hondsdolheid)

Slide 7 - Slide

Parasieten
  • Klein 'beestje' dat alleen kan overleven in (endo) of op (exo) een gastheer 
  • Endoparasieten --> leven in de gastheer, overleven door eten op te eten of bv bloed te drinken, trekken door het lichaam heen om op de juiste plek te komen --> maken schade aan cellen of onttrekken te veel bloed/eten --> bv maagdarm wormen, leverbot, longworm --> komen oraal binnen
  • Exoparasieten --> voeden zich met dode huidcellen of bijten door de huid heen naar bloed --> bv mijten
  • Behandeling: anti-parasitair middel --> ontworming bv
  • Voorkomen: afhankelijk van parasiet, vaccineren tegen longworm, eventueel preventief behandelen
  • Zoönose: leverbot, cryptosporidium
  • Protozo --> ééncellig parasiet --> bv coccidiose, cryptosporidium

Slide 8 - Slide

Schimmels/gisten
  • Schimmels: Meercellig
  • Gisten: Eéncellig 
  • Verspreiden via sporen
  • Leven op of in de gastheer van organisch materiaal van de gastheer
  • Overgebracht via de lucht, direct contact --> dus huid, slijmvliezen, alle openingen
  • Behandeling: anti-schimmelmiddel --> bv neocidol
  • Preventie: Hygiëne, vaccineren tegen ringworm
  • Voorbeelden: Ringworm/ringschurft (Z)

Slide 9 - Slide

Prion
  • Verkeerd gevouwen eiwit in hersenen van dieren --> werd vroeger verwerkt tot diermeel --> dieren aten diermeel --> verkeerd gevouwen eiwitten via bloed naar hersenen --> Daar aanzetten tot nog meer verkeerd gevouwen eiwitten --> leidt tot echt gaten in de hersenen door schade 
  • voorbeeld: gekke koeien ziekte BSE (en Scrapie bij schapen)
  •  Is mogelijk een zoönose (gelinkt aan Creutzfeldt-Jakob)
  • Behandeling niet mogelijk!
  • Geen diermeel voeren (mag ook niet meer)
  • Soms spontane BSE!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waarom is het belangrijk?
Door te weten welke ziekteverwekkers er zijn, weet je ook dat ze allemaal hun eigen manier van besmetting, behandeling en preventie hebben! 

Dat is voor jou als veehouder van belang, dan weet je wat je er mee moet doen! 

Slide 12 - Slide

Wat is het verschil tussen een infectie en een ontsteking?

Slide 13 - Open question

Welke kenmerken heeft een ontsteking?

Slide 14 - Open question

Infectie en ontsteking
Infectie --> binnendringen van een ziekteverwekker in het lichaam
Ontsteking --> reactie van het lichaam op de binnengedrongen ziekteverwekker

Ontstekingskenmerken --> Pijn, zwelling, roodheid, warmte en gestoorde functie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Sleep de juiste normaalwaarde naar de de bovenstaande onderdelen.
Temperatuur koe
Ademhaling koe
Pols koe
10-30x (20-40x)
38,0-39,0
50-80x
8-18x
38,5-40,5
108-300x

Slide 17 - Drag question

Volgende week
Toets!
Via LessonUp --> Neem (opgeladen) laptop (ipad) mee naar de les!
Onderwerpen: 
- Organen, hormonen, weerstand en immuniteit, insleep, versleep, hygiëne, ziekteverwekkers, zoönose, zieke dier (normaalwaarden gezond dier)

Lesstof: 
- Presentaties --> Zal ik online zetten op de ELO
- Gemaakte huiswerk --> Nakijkmodel online op ELO
- Ontwikkelcentrum --> module gezondheid en hygiene --> algemene diergezondheid --> hoofdstuk 1

Slide 18 - Slide