H4.1 Elk doet zijn werk

H4 'Mens en machine'


cursus 4.1 'Elk doet zijn werk'



Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 'Mens en machine'


cursus 4.1 'Elk doet zijn werk'



Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Slide

Lesdoelen 4.1
  •  Je weet welke 3 beroepssectoren er zijn.


  • Je kunt van elke sector 2 beroepen noemen.


  • je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

 

  • Je kunt het begrip automatisering uitleggen.

Slide 3 - Slide

De 3 beroepssectoren
  • Sector 1: Landbouw

       (primaire sector)

  • Sector 2: Industrie

       (secundaire sector)

  • Sector 3: Diensten
       (tertiaire sector)

Slide 4 - Slide

Landbouwsector = primaire sector
  • Landbouw haalt producten uit de natuur.

       - Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.



  • Beroepen:

       - Boer, tomatenkweker, mijnwerken, visser enz.

  

Slide 5 - Slide

De primare sector.
Dit is de kleinste sector, maar wel een hele belangrijke!

Nederland exporteert na de VS de meeste landbouwproducten!

Slide 6 - Slide

Grootste exporteurs landbouw.

Slide 7 - Slide

Is dat zo bijzonder? Ja! Kijk eens naar het verschil in oppervlakte!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Industriesector =  (secundaire sector)
  • Werk wat in de fabriek wordt gedaan:

       - Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie enz.



  • Beroepen:

       - Kaasfabriek, Ned-cars, lasser, lopendebandmedewerker

       enz.

Slide 10 - Slide

Bijzonderheden in de secundaire sector.
Grondstof -> halffabrikaat -> product.

Grondstof = hout
Halffabrikaat = plank
product = meubel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Dienstensector = Tertiaire sector 
  • Beroepen waarbij je een dienst verleent, iets voor een ander doet. 

       - Zorg, onderwijs, uiterlijke verzorging, bank, winkel,
            vervoersbedrijf

  • Beroepen:

       - Leraar, verpleegkundige, automonteur, politieagent, bankmedewerker, chauffeur enz.

Slide 13 - Slide

Bijzonderheden in de tertaire sector.
Het verschil tussen commerciële en 
niet-commerciële dienstverlening.

Slide 14 - Slide

Commercieel:
Pakketdienst
Transportbedrijf
Klusjesman
Makelaardij
ICT-bedrijf
Hovenier
Winst is wel het hoofddoel van deze bedrijven!

Niet-commercieel:
School
Ziekenhuis
Gemeente / overheid
Verzorgingstehuis
Brandweer
Politie
Winst is niet het hoofddoel van deze bedrijven!

Slide 15 - Slide

De verdeling van de sectoren in NL

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Kosten van een schoen
Wat zijn de loonkosten? Wat is de winst van het merk? Wat kost deze schoen in de winkel?  

Slide 18 - Slide

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.


  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 19 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 4.1
  • Je weet welke 3 beroepssectoren er zijn.


  • Je kunt van elke sector 2 beroepen noemen.


  • je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

 

  • Je kunt het begrip automatisering uitleggen.

Slide 20 - Slide