Écrire

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

> Als je iets wilt vragen, steek je je vinger op.

> Je neemt je spullen mee naar de les.

> Telefoons zitten in de telefoontas.

Slide 2 - Slide

> Ik ken de woorden die te maken hebben met het reageren op een advertentie in het Frans.

> Ik kan de bezittelijk voornaamwoorden in het Frans toepassen

Slide 3 - Slide

Mercredi 12 juin 2024
  • Parler                   (10 minutes)
  • Faire exercices (20 minutes)
  • Examen blanc   (10 minutes)
  • Unanimo             (10 minutes)

Slide 4 - Slide

10 minutes

Slide 5 - Slide

Quoi? Opdr. 24, 25 en 26 blz 71
Durée? 20 minutes

Fini? Maak opdr. 28 op blz 73

Pourquoi? Om te oefenen met de woorden om te reageren op een advertentie in het Frans.

Slide 6 - Slide

Quoi? Maak de oefeningen
Durée? 10 minutes

Fini? Leer de woorden voor het aankomende SO.

Pourquoi? Om te oefenen met het toepassen van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans.

Slide 7 - Slide

les vacances 

Slide 8 - Slide

La fête

Slide 9 - Slide

L'été

Slide 10 - Slide

La musique

Slide 11 - Slide