This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slotles fictie
jullie vragen en nog een paar van mij
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De 5 kernbegrippen van fictie
Slide 3 - Mind map
“Het verschil tussen een misdaad en een grote daad hangt doorgaans af van het gezichtspunt.” Carlos Ruiz Zafon (Spaanse romanschrijver). Dit is het motto van het verhaal "De eerste maandag van de maand". Een motto is altijd een:
A
Thema
B
Citaat
C
Spreekwoord of uitdrukking
D
Motief
Slide 4 - Quiz
Wat is NIET waar?
A
Het thema is hetzelfde als het genre van een boek
B
Het thema bestaat uit 1 of twee zinnen
C
Een verhaal kan meerdere thema's bevatten
D
Het thema vat samen wat de schrijver met het verhaal wil zeggen
Slide 5 - Quiz
“Het verschil tussen een misdaad en een grote daad hangt doorgaans af van het gezichtspunt.” Carlos Ruiz Zafon (Spaanse romanschrijver). Noem het thema waarover dit verhaal zou kunnen gaan, op basis van dit motto.
Slide 6 - Open question
Bij de alwetende verteller en bij de personale verteller wordt (meestal) de hij/zij-vorm gebruikt. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Hoe herken je het dan, als er sprake is van de alwetende verteller? Wat is het verschil met de personale verteller?
Slide 8 - Open question
WELK PERSPECTIEF? Ze kijkt me aan of ik iets vals heb gezegd. Ik zet de kop koffie aan mijn lippen en verbrand mijn mond bijna aan de damp. Zachtjes blaas ik koude lucht in de mok. Ik was gelukkig met Eva. Maar geluk verveelt. Van Madelon weet ik, dat Eva beweert dat het tussen ons mis ging, omdat ik veranderde. Maar het is juist het tegenovergestelde. Het ging mis omdat zij hetzelfde bleef.
Slide 9 - Mind map
WELKE SOORT SPANNING? Ze kijkt me aan of ik iets vals heb gezegd. Ik zet de kop koffie aan mijn lippen en verbrand mijn mond bijna aan de damp. Zachtjes blaas ik koude lucht in de mok. Ik was gelukkig met Eva. Maar geluk verveelt.
Slide 10 - Mind map
Wat is het verschil tussen een flashback en een terugblik?
Slide 11 - Open question
In Perron 7 ontmoeten twee jonge mensen elkaar. Ze kennen elkaar niet, maar vinden elkaar leuk en gaan picknicken. De personages hebben een ... relatie:
A
Geen
B
Emotionele
C
familie
Slide 12 - Quiz
Noem een voorbeeld van een motief in een verhaal. Denk aan 'de eerste maandag' of iets anders.
Slide 13 - Open question
Hoe herken je de hoofdpersoon in een verhaal?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Welke vertelinstantie?
A
Ik-verteller
B
Alwetende verteller
C
Personale verteller
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
De schrijver geeft ons vooral informatie over
A
Het innerlijk van het personage
B
Het uiterlijk van het personage
Slide 18 - Quiz
Epiloog
Proloog
Inleiding
Stuk tekst dat geen onderdeel van het verhaal is maar er wel vóór staat.
Stuk tekst dat geen onderdeel van het verhaal is maar erna komt.
Onderdeel van het verhaal dat voor hoofdstuk 1 komt.