This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bergen en dalen
Herhaling thema 1
Quiz
Slide 1 - Slide
Schrijf de hoogtegordels van boven naar beneden op.
Loofbomen
Naaldbomen
Alpenweide
Rotsgordel
Eeuwige sneeuw
Slide 2 - Slide
Een gletsjer bestaat uit eeuwige sneeuw die langzaam naar beneden glijdt.
Goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 3 - Quiz
Welke zee ligt op de plek van de ster?
A
De Kaspische zee
B
De Oostzee
Slide 4 - Quiz
Op 2000 meter hoogte ligt eeuwige sneeuw.
Goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
Wat is erosie?
A
Het afslijten van land door wind, water of klein gesteente.
B
Het afbrokkelen van gesteente onder invloed van plantenwortels en het weer.
Slide 6 - Quiz
Welk nummer geeft de rotsgordel aan?
5
4
3
2
1
A
2
B
4
Slide 7 - Quiz
Welke rivier begint in de Alpen en mondt uit in de Noordzee?
A
De Rijn
B
De Maas
Slide 8 - Quiz
Jong gebergte
Oud gebergte
diepe kloven
lagere ronde heuvels
hoog en spits
minder steile wanden
steile wanden
weggesleten toppen
Slide 9 - Drag question
Welke rivier ligt onder de blauwe stippen?
A
De Theems
B
De Seine
Slide 10 - Quiz
Wat geeft nummer 2 aan?
5
4
3
2
1
A
De naaldboomgordel
B
De alpenweide
Slide 11 - Quiz
Welk gebergte ligt het dichtst bij ons land?
A
De Pyreneeën
B
De Ardennen
Slide 12 - Quiz
Wat is de goede volgorde?
1 = rivieren nemen dat gesteente verder mee 2 = losgekomen stukken rots rollen samen met andere stenen naar het dal 3 = steeds dikker wordende boomwortels en water maken scheurtjes in rotsen groter 4 = er breken stukken rots af