Lowan thema 4 goed/fout

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Lowan thema 4

kleding

thema 3

Je kent nieuwe woorden.

Je maakt zinnen met de woorden.

Je kent nieuwe tegenstellingen.

Je kent nieuwe werkwoorden.

Je maakt zinnen met de werkwoorden.

Je gebruikt voorzetsels in de zinnen.

De doelen Lowan thema 4

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?

De afspraken

De laarzen is van mij.

1. goed
2. fout

Ik ga naar buiten. Ik doe mijn jas uit.

1. goed
2. fout

Het meisje legt de trui in de kast.

1. goed
2. fout

Zij doet de ketting om haar arm.

1. goed
2. fout

De jongen koopt oude schoenen bij de winkel.

1. goed
2. fout

De oorbellen zijn mooi.

1. goed
2. fout

Mijn sjaal is gemaakt van wol.

1. goed
2. fout

Mijn moeder zwemt met een badpak.

1. goed
2. fout

Een bh en een onderbroek zijn ondergoed.

1. goed
2. fout

De sieraden is erg duur.

1. goed
2. fout

Mijn jas zijn nat.

1. goed
2. fout

Ik doe de panty over mijn broek.

1. goed
2. fout

Dat is de groene trui geen.

1. goed
2. fout