Assimilatie en Dissimilatie

• Bio
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Assimilatie & Dissimilatie

Assimilatie

• Het opbouwen van stoffen (denk aan het Engelse 'to assemble')
• Van kleine bouwsteentjes ga je dus grotere moleculen maken
• Hier is energie bij nodig
• Voorbeeld: fotosynthese (lichtenergie wordt vastgelegd in glucose, glucose zelf is ook een brandstof)

Welke bouwstenen heb je nodig om welke brandstof te assimileren?

Koolhydraat

Vet

Eiwit

Aminozuren

Suikers 

Glycerol en vetzuren

Dissimilatie

• De afbraak van stoffen (denk aan het Engelse 'to disassemble')
• Grote moleculen worden afgebroken tot hun bouwsteentjes
• Hierbij komt energie vrij in de vorm van ATP, hoeveel verschilt
• Voorbeeld: verbranding van glucose
• Twee vormen: aeroob en anaeroob

Aerobe dissimilatie

• Aeroob = met zuurstof
• Aerobe dissimilatie van glucose:

• Hier komt veel energie bij vrij (38 ATP!)
• Ook aminozuren, glycerol en vetzuren kan je aeroob dissimileren

Anaerobe dissimilatie

• Anaeroob = zonder zuurstof
• Glucose kan hierbij niet volledig worden afgebroken: ontstaan melkzuur 
• In niet-dierlijke cellen kan er ook alcohol ontstaan (alcoholische gisting)
• Alleen glucose kan hierbij als brandstof worden gebruikt

In welk celorganel zal de dissimilatie plaatsvinden?

1. Celkern
2. ER
3. Mitochondrium
4. Golgi-systeem

ATP

• Bij dissimilatie komt energie vrij in de vorm van ATP
• Nodig voor scheikundige reacties in de cel, bijv. celgroei, het maken van eiwitten of membraantransport
  
• BINAS 67L

Huiswerk

Paragraaf 2 opdrachten 4, 5, 6, 8, 11, 12