Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.
Maken? – 4.3 opgave 17, 19, 20, 21, 22, 23
4.4 opgave 27, 28, 29, 30, 31