Woordjes Duits SO

Woordjes Duits SO
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 8 min

Items in this lesson

Woordjes Duits SO

Slide 1 - Slide

Wat betekent stimmt?
A
Voetballen
B
Stem
C
Klopt
D
Is

Slide 2 - Quiz

Wat betekent Frau
A
Fraude
B
Vrouw
C
Bami
D
Nasi

Slide 3 - Quiz

Wat betekent der Junge
A
Jong
B
Jungle
C
Bos
D
De jongen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dauern
A
Dikke
B
Duinen
C
Duren
D
Bouwen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent richtig?
A
Juist
B
Richting
C
Onjuist
D
Voorzichtig

Slide 6 - Quiz

Wat betekent der Unfall?
A
Vallen
B
Het ongeluk
C
Bert-Jan
D
Gesticht

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de nicht(NL)
A
Der Vater
B
der Junge
C
Die Kusine
D
der Zug

Slide 8 - Quiz

Wat betekent da sein?

Slide 9 - Open question

Wat betekent Herr?
A
Het
B
Heren
C
Willem-Jan
D
Meneer

Slide 10 - Quiz

Wat betekent bald?
A
Ballen
B
Kaal
C
Snel
D
Spoedig

Slide 11 - Quiz