1. Geluid maken en horen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Pictogrammen in LessonUp
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Extra uitleg
Hotspot:
Filmpje kijken
Hotspot:
Link naar  toepasing
Opdracht in je schrift maken
Opdracht op je iPad maken
Uitleg, tekst goed doorlezen
Hotspot:
Geluid luisteren

Slide 2 - Slide

Geluid

Een voorwerp dat geluid maakt noem je een geluidsbron. Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt. Bijvoorbeeld: muziekinstrumenten, luidsprekers, machines en motoren.
Geluid ontstaat door de trillingen die een geluidsbron maakt bijvoorbeeld bij het geluid van je stem zijn het de stembanden die trillen, bij een luidspreker is het de conus die trilt en bij een gitaar de snaren.

Slide 3 - Slide

Geluidsbron

Elk voorwerp dat geluid maakt is een geluidsbron. Wij maken geluid met onze stembanden. De lucht die we uitademen komt langs de stembanden. Als we onze stembanden aanspannen, gaan ze trillen. Door deze trillingen wordt de lucht die er langs komt afwisselend afgeremd, en dan weer doorgelaten.  We noemen dit geluidsgolven.
Alles dat deze geluidsgolven kan maken noemen we een geluidsbron. Bij een geluidsbron is er eigenlijk altijd iets dat trilt. Bij een gitaar is dat de snaar, bij een saxofoon is dat het rietje en bij een trommel is dat het vel.
Geluid heeft altijd een tussenstof nodig om zich te verplaatsen, zoals lucht. Geluid ontstaat dus bij de geluidsbron en gaat via de tussenstof naar de ontvanger.

Slide 4 - Slide

Menselijke stem

Slide 5 - Slide

Geluid door lucht

Slide 6 - Slide

Menselijk gehoor

Geluid bestaat uit luchtdrukverschillen. Je oor kan die luchtdrukverschillen opvangen. In de afbeelding hiernaast zie je de binnenkant van
een menselijk oor. In het oor zit een trommelvlies. Aan de buitenkant van het trommelvlies zit de gehoorgang.  Aan de binnenkant (binnenoor) zit de buis van Eustachius en de gehoorbeentjes.
Wanneer de luchtdruk in de gehoorgang hoger is dan de luchtdruk in het binnenoor, wordt het trommelvlies naar binnen geduwd. Is de luchtdruk lager in de gehoorgang dan het binnenoor, dan wordt het trommelvlies naar buiten getrokken. De beweging van het trommelvlies wordt door de gehoorbeentjes doorgegeven aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis zitten gehoorcellen die het omzetten in signalen voor onze hersenen.

Gehoorbeentjes
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Echo
Heb je je wel eens afgevraagd waarom je, als je roept, je stem een paar keer hoort klinken? Dat is een echo. Als het geluid ergens tegen aan botst, wordt een deel ervan weerkaatst, net als een spiegelbeeld. Als dat ver genoeg weg gebeurt, maakt het weerkaatste geluid een echo. Daarom kunnen we een echo alleen horen als we in de bergen, in het bos, in een grote grot.

Slide 9 - Slide

Echo

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geluidssnelheid

Geluid heeft tijd nodig om zich te verplaatsen. Daar merk je in het dagelijks leven meestal niets van. Maar er zijn momenten dat dit goed te merken is. Denk maar eens aan het onweer. Je ziet de flits soms veel eerder dan dat je het geluid hoort. Dit komt omdat het licht veel sneller is dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.

Slide 12 - Slide

Geluidsbarière
Maak van het filmpje korte aantekeningen in je schrift

Slide 13 - Slide

Geluidssnelheid
Bij een toets krijg je de tabel er altijd bij, alleen lucht moet je uit je hoofd weten (343 m/s)

Slide 14 - Slide

Geluidssnelheid - berekeningen

Slide 15 - Slide

Opdracht 1

Slide 16 - Slide

Opdracht 1 - uitwerking

Slide 17 - Slide

Opdracht 2

Slide 18 - Slide

Opdracht 2

Slide 19 - Slide

Opdracht 2 - uitwerking
Het antwoord moet je door 2 delen, want je hebt nu heen en terug uitgerekend. De diepte van de zee is een enkele reis.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 23 - Open question

Tekst/Opdrachtenboek
Tekstboek
Doorlezen/bestuderen: 
1. Geluid maken en horen (blz. 126 t/m 128)


Werkboek
Maken + nakijken: 
opdracht 1 t/m 10 (blz. 98, 99)

Slide 24 - Slide