H4 - week 13 - les 1, 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3-5

H4 - Woche 13

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 1

Weißt du es noch? 

Vokabeln: (10 Min.)

• K4 L1 N-D + Aufgabe 3
  

Sehen und Hören:

• K4 L1 Aufgabe 6 (Berufe)

Ziele

Du lernst neue Vokabeln und erweiterst deine Wortschatz. 

Je kunt hoofdthema's en belangrijkste argumenten begrijpen in een reportage over vertrouwde onderwerpen. 

Weißt du es noch? haben, sein, werden

Notiere die richtige Form vom haben, sein oder werden (OTT/OVT/VTT)

1. Ich (haben) ______________ gestern meinen Geburtstag. 

2. Du (werden) ________________ morgen vom Bahnhof abgeholt.

3. Wo bist du (sein) ______________________?

4. Meine Freude und ich (werden) _________________ nächstes Jahr eine Reise machen. 

5. Jan hat viel Glück __________________ (haben). 

6.  Wo _______________ (sein) deine Schwester vorige Woche?

Vokabeln - K4 L1 (N-D)

Besprechen: Lektion 1 N-D (S. 199)

Machen: K4 L1 Aufgabe 3 (S.159)

Sehen und Hören: Berufe

--> K4 L1 Aufgabe 6 (S.160)

1. Fragen lesen + schwierige Wörter 

   besprechen

    (3 Min.)  

2. Kreuze die richtigen Antworten 

     während des Hörens an. 

      (8 Min.) 

Nächste Stunde

Weißt du noch?

Lesen 

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

H4 - Woche 13 - Stunde 2

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2

Weißt du es noch? Vokabeln 

(5 Min.)

Hören: K4 L1 Aufgabe 5

(15 Min)

Lesen: K4 L1 Aufgabe 8

(20 Min)

Ziele

Je kunt relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële  documenten op internet of in andere media. 

Weißt du es noch? Vokabeln

übersetze auf Niederländisch (ins Heft) 

• sich bewerben um 
  
• die Tätigkeit
• die Unterlagen
• das Lager
• der LWK
• fies
• angesagt
• anspruchsvoll

Lesen: Text Regalauffüller

--> K4 L1 Aufgabe 8

Gemeinsam: Text + Layout + Aufgabe 8 besprechen

Selbstständig: Text Lesen + Aufgabe 7

Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

Zeit: 15 Min. 

Fertig = Lernen weektaak K4 L1 D-N

Hören: Karriere in Deutschland

--> K4 L1 Aufgabe 5

1. übersetze die Wörter ins Niederländische. Benutze eventuell 

   ein Wörterbuch. 

2. Sieh und hör dir das Video an und unterstreiche/markiere die 

     Wörter die du im Video zurück hörst. 

Nächste Stunde

Grammatik: Steigerungsstufen und Vergleichswörter (VAKBOEKJE NODIG!)

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

H4 - Woche 7 - Stunde 3

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2

Grammatik: Adverbien und Konjunktionen + K3 L5 Aufgabe 55, 56, 67 (S.136)

Ziele

Je kunt de bijwoorden en voegwoorden correct gebruiken. 

Konjuktionen (voegwoorden) .....

• Verbinden zinsdelen, zinnen en woorden met elkaar. 
• Onderschikkend = hoofdzin + bijzin
• Nevenschikkend = hoofdzin + hoofdzin  

Adverbien (bijwoorden) sind....

• woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of (soms) een zelfstandig naamwoord nader bepalen. 
• -> geven meer informatie  

wanneer

• wann --> als het om tijd gaat
• wenn --> als het om een voorwaarde gaat 

Toen

• als --> op een specifiek moment
• damals --> in de betekenis van "vroeger" 

Of

• oder --> een keuze uit twee alternatieven.
• ob --> geen keuze uit twee of meer alternatieven
• entweder ... oder --> het een of het ander (of... of...)

anders 

• anders --> op een andere manier
• sonst --> in andere gevallen 

omdat, want

omdat = weil (onderschikkend)

want = denn (nevenschikkend) 

terwijl, tijdens = während (+ 2e)

Während der Pause essen wir Brot.
Der Lehrer unterrichtet, während seiner Frau kocht. 

dat

• das = het --> als lidwoord (onzijdig)
• das = dat --> als betrekkelijk voornaamwoord; het slaat terug op een onzijdig zelfstandig naamwoord. 
• dass = dat --> voegwoord (slaat niet terug op een zelfstandig naamwoord) 

maar

      maar

• aber --> bij een beperking
• sondern --> bij een tegenstellig na een ontkenning
• nur --> in de betekenis van 'slechts'
  niet alleen ... maar ook
• nicht nur ... sondern auch --> bij een toevoeging

dan

• dann --> daarna, dan, in dat geval (voorwaarde, volgorde verwijzing naar tijd, kan beklemtoond worden) 
• denn --> dan toch (altijd zonder klemtoon)

helemaal

• gar / überhaupt --> in combinatie met een ontkennend woord.
• ganz --> in andere gevallen.  

noch ... noch

• weder ... noch
  Mein Bruder hat weder den Tisch gedeckt noch gestaubsaugt.  

Grammatik: Adverbien & Konjunktionen

Machen: K3. Lek. 5 Aufgabe 55, 56, 57  (S.137)

Hilfsmittel: Grammatik (Vakboekje) Paragraf 33 & Wörterbuch N-D

Zeit: 20 Minuten, danach besprechen

Fertig = Lernen Vokabeln Lektion 4

Schwierig?= Aufgaben zusammen mit Lehrerin machen

Nächste Stunde

Cito Videoteil 3

Lesen: K3 L5 54

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

H4 - Woche 7 - Stunde 4

Planung Stunde 2

Besprechen: Adverbien und Konjunktionen Aufgabe 56, 57, 58 (S.136)

(15 Min.)

Hören & Sehen: Cito Videoteil 3

(10 Min.) 

Lesen: Examentexte K3 L7 67, 68

(15 Min.)

Ziele

Je kunt de bijwoorden en voegwoorden correct gebruiken. 

Je kunt een Duitse reportage begrijpen. 

Je kunt informatie begrijpen in folders en brochures. 

Hören: Cito VMBO TL (H4duA)

Vorbereitung H4duA Hören

1. Lies zuerst die Fragen (Videoteil 3)  Antworten und markiere wichtige Wörter. 

2. Hör dir die Fragmente an und wähle in der Pause die richtige Antwort. Lies auch

    die nächste Frage nochmal. 

(Zeit: 10 Min.)

Lesen: Contractubex

--> K3 L7 Aufgabe 67, 68 (S.146)

Gemeinsam: Text + Layout + Aufgabe 67, 68 besprechen

Selbstständig: Lesen + Aufgabe 67, 68

Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

Zeit: 10 Min. 

Fertig = Lernen weektaak K3 L4 D-N

Nächste Stunde

Overhoren: K3 L3 N-D Vokabeln

Toets H4duA CITO kijk-en luistertoets (AUDIO)

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.