2.5 Inkomensverschillen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Jeff Bezos bezit ruim 134,7 miljard dollar. Hongarije heeft 9,8 miljoen inwoners, het nationaal inkomen is 132 miljard euro. Wat vind je hiervan?

Slide 2 - Open question

Inkomensvormen
Er bestaan verschillende inkomensbronnen
  • Inkomen uit arbeid (loon, salaris);
  • Vermogensinkomen oftewel inkomen uit bezit (rente, huur, pacht);
  • Overdrachtsinkomen (uitkering, zakgeld, kinderbijslag).

Inkomen uit arbeid en bezit lever je een tegenprestatie voor. Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie.

Alle inkomens van iedereen bijelkaar opgeteld noem je het nationaal inkomen.

Slide 3 - Slide

Waarom verdient niet iedereen evenveel? Waar kan dat aan liggen?

Slide 4 - Open question

Inkomensverschillen
De diverse oorzaken van inkomensverschillen.
1 Schaarste op de arbeidsmarkt
2 Productiviteit en prestatie
3 Opleiding en scholing
4 Verantwoordelijkheid
5 Leeftijd en ervaring
6 Risico, zwaarte, en (on) aangenaamheid van het werk
7 Aanleg/ talent
8 Arbeidstijd
9 Vermogensbezit


Slide 5 - Slide

Herverdelen van inkomens
  • Nivelleren
  • Denivelleren
Hoe zouden we voor eerlijke verdeling kunnen zorgen?

Slide 6 - Slide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 7 - Slide

Overheidsinvloed

  • Herverdeling door ingrijpen in het minimumloon of de tarieven (vergoedingen voor bijvoorbeeld dienst notaris).
  • Herverdeling door ingrijpen in de inkomensoverdrachten.
  1. sociale uitkeringen en voorzieningen
  2.  huurtoeslag
  3. zorgtoeslag
  4. Studiefinanciering 
  • Herverdeling door het belastingstelsel 

Slide 8 - Slide

Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je meer belasting. 
Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  
Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   

Bij een progressief belastingstelsel betaal je dus ook PROCENTUEEL meer belasting bij een hoger inkomen ->  de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld versimpeld progressief belastingstelsel

Slide 10 - Slide

Progressief belastingstelsel & nivellering

Een progressief belastingstelsel zorgt voor nivellering. Het  marginaal tarief wordt dan steeds hoger.

Het marginaal tarief is het tarief dat je over je laatste euro aan belasting betaalt.

Slide 11 - Slide






Jansen heeft een belastbaar inkomen van € 15.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
..................................................................................................

..................................................................................................
Het marginaal tarief is ............ %




Slide 12 - Slide






Jansen heeft een belastbaar inkomen van € 15.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
25% van 15.000 = € 3.750
Het marginaal tarief is 25%




Slide 13 - Slide






De Vries heeft een belastbaar inkomen van € 20.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
....................................................................................................

....................................................................................................
Het marginaal tarief is ............ %

Slide 14 - Slide






De Vries heeft een belastbaar inkomen van € 20.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
25% van 15.000 + 35% van 5.000 = € 3.750 + €1.750 = € 5.500
Het marginaal tarief is 35%

Slide 15 - Slide






Klaasen heeft een belastbaar inkomen van € 60.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
.....................................................................................................

....................................................................................................
Het marginaal tarief is .............. %

Slide 16 - Slide






Klaasen heeft een belastbaar inkomen van € 60.000.

Hoeveel belasting moet hij betalen?
25% van 15.000 + 35% van 35.000 + 50% van 10.000 = € 21.000
Het marginaal tarief is 50%

Slide 17 - Slide

Voorbeeld progressief belastingstelsel & nivellering

Door het

progressieve

belastingstelsel

worden de inkomensverschillen ........................... . Dat komt omdat iemand met een hoger inkomen ...................................

....................... belasting moet betalen, waardoor de verschillen in netto-inkomen ............................................ zijn.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld progressief belastingstelsel & nivellering

Door het

progressieve

belastingstelsel

worden de inkomensverschillen kleiner. Dat komt omdat iemand met een hoger inkomen in verhouding meer belasting moet betalen, waardoor de verschillen in netto-inkomen minder groot zijn.

Slide 19 - Slide

UITLEG 2.18 
E. Indexcijfer = nieuw getal / getal basisjaar X 100

F. Dus consumentenprijspeil steeg met 1,0% en 
het nominale loon (1345, 62 - 1313,82) / 1313,82 = 2,42%
Haar reële loon steeg omdat de nominale loonstijging in procenten hoger was dan de stijging van het consumentenprijspeil. 

Slide 20 - Slide

UITLEG  2.19
E. Indexcijfer = nieuw getal / getal basisjaar X 100

F. Dus consumentenprijspeil steeg met 1,0% en 
het nominale loon (1345, 62 - 1313,82) / 1313,82 = 2,42%
Haar reële loon steeg omdat de nominale loonstijging in procenten hoger was dan de stijging van het consumentenprijspeil. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide