1.4 kritisch denken

1.4 kritisch denken 
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.4 kritisch denken 

Slide 1 - Slide

Maar eerst even terug naar de vorige les(sen).....
Welke vier kenmerken hebben een maatschappelijk probleem?
Kan je twee voorbeelden geven van maatschappelijke problemen?
Wat was ook alweer een waarde? 
Wat was ook alweer een norm?

Slide 2 - Slide

Doelen 
  • Je kan beschrijven wat kritisch denken is
  • je kent het verschil tussen een feit en een mening
  • je weet uit welke onderdelen een goed onderbouwde mening bestaat (feiten, verschillende kanten en onderbouwde argumenten)
  • Je kan uitleggen dat kritisch denken niet hetzelfde is als kritiek geven 

Slide 3 - Slide

Kritisch denken; je gaat zorgvuldig met informatie om je mening te bepalen 

Slide 4 - Slide

Kritisch denken bestaat uit drie onderdelen 
1. informatie op waarde schatten (is het betrouwbaar?)
2.Je kijkt naar de informatie van meerdere kanten en luistert naar meningen van anderen
(een mening is wat je van iets vindt
3. Je denkt opnieuw na over je eigen mening 

Slide 5 - Slide

Voor je eigen mening:
  • moet de feiten kennen. Een feit is wat echt gebeurd is, je kan het bewijzen
  • Bekijk het vraagstuk van verschillende kanten
  • Onderbouw je je mening met argumenten, dus redenen waarom je iets vindt

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Nu in je eigen woorden; wat is een feit? 

Slide 8 - Slide

Bijna herfst!
Ik vind het zó lekker buiten!!!
Feit of mening? 

Slide 9 - Slide

Mijn moeder vindt die film waardeloos.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Uitleg

Slide 10 - Quiz

Wat is een argument?

Slide 11 - Open question

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

feit of mening





Ik vind afval scheiden belangrijk, want dan help ik mee onze wereld te beschermen.

Slide 14 - Slide

worden.
Staat hier een feit, mening of argument?

Wilders moet de nieuwe minister-president worden
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide