This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat is de definitie van Globalisering?
Slide 1 - Open question
Wat past goed bij een land in de semi-periferie
A
Opkomende economie, sterke dienstensector
B
Opkomende economie, sterke industrie
C
Opkomende economie, sterke primaire sector
D
Opkomende economie, sterke tertiaire sector
Slide 2 - Quiz
Wat hoort niet bij Global Shift
A
De toenemende macht van de triade
B
Verplaatsing van productieketens
C
China
D
De nieuwe (economische) wereldorde
Slide 3 - Quiz
Jeans Inc. wil zich vestigen in India. Wat is een pullfactor?
A
Lingua Franca in India
B
Oorlog in eigen land
C
Dure productie in eigen land
D
Beperkte afzetmarkt in India
Slide 4 - Quiz
Een negatief gevolg van economische globalisering is
A
Zeer sterke toename van koopkracht
B
Sociale en regionale ongelijkheid
C
De oprichting van enorm veel MNO's
D
De WTO die handelsbeperkingen oplegt.
Slide 5 - Quiz
Als je landen wilt vergelijken, dan kun je dat het beste doen op basis van:
A
De Big Mac Index
B
De Lorenz curve
C
De dimensies
D
Google Maps
Slide 6 - Quiz
Ook na de koloniale tijd is het centrum nog steeds heel goed in:
A
Landgrabbing
B
Inkomensongelijkheid aanpakken
C
De VOC mentaliteit behouden
D
Duurzaam investeren in ontwikkelingslanden
Slide 7 - Quiz
Als je het hebt over de verhouding tussen sterfte en geboortecijfer in de loop der tijd, dan denk je aan...
A
Geboortebeperking
B
Vergrijzing
C
Sociale migratie
D
Demografische transitie
Slide 8 - Quiz
Welke MNO maakt onze wereld mooier/beter/epic, vind jij?
A
Amazon
B
Alibaba
C
Tesla
D
Samsung
Slide 9 - Quiz
Het ontstaan van de McKroket is een voorbeeld van glocalisering, maar past ook bij...
A
De apocalyps
B
Diffusie
C
Demografisch dieet
D
Debiet
Slide 10 - Quiz
Door tijd-ruimtecompressie...
A
Hoef ik minder ver naar de les te fietsen
B
Moet ik door wegwerkzaamheden omfietsen
C
Kan ik sneller naar de les komen
D
Kan ik meer in de les doen in minder tijd.
Slide 11 - Quiz
Bij het wereldsysteem horen...
A
centrum, periferie en semi-periferie
B
tegenstellingen en relaties tussen landen in de wereld
C
die epic clips van Graaf Geo
D
vrij verkeer van goederen tussen landen
Slide 12 - Quiz
Leg uit wat de nieuwe internationale arbeidsverdeling is.
Slide 13 - Open question
Zet de drie elementen uit de theorie van Ullman op de juiste plaats.
complementariteit
tussenliggende mogelijkheid
transporteerbaarheid
Nederland produceert enorme hoeveelheden bloembollen. Spanje wil deze importeren.
Door concurrentie worden de bollen tegen een lage prijs per vrachtwagen getransporteerd
Op de Franse markt is een groeiende interesse in bloembollen. Zij bieden de bollen tegen dezelfde prijs aan.
Slide 14 - Drag question
Een Braziliaanse koffieboer die in de jaren vijftig een auto wilde importeren, moest daarvoor zo'n vijf ton koffie verkopen. Tegenwoordig moet hij wel vier keer zo veel koffie verkopen om dezelfde auto te kunnen betalen. Dit is een voorbeeld van...
A
centrum-periferie tegenstelling
B
internationale arbeidsverdeling
C
ruilvoetverslechtering
D
opkomende economieën
Slide 15 - Quiz
Waarom hebben China en Taiwan fitti/ruzie?
A
Taiwan wil geen computerchips meer leveren aan China
B
Culturele verschillen zijn ontstaan na de burgeroorlog
C
China ziet Taiwan als afvallige provincie met economische kracht
D
Taiwan heeft de economische opgang van China ingeleid.