Bijeenkomst 5

• Natuurkunde
• HBO
• Studiejaar 1

Ja, ik heb vragen gemaakt.

Nee, ik heb geen vragen gemaakt

JA

NEE

Welke V-motoren herken je in dit filmpje?

Beroepsproduct

- Verwijs en maak gebruik van eerdere oefenmomenten

- Feedback op vakdidatisch handelen

- Maak koppeling tussen met theorie (Marell & De Vaan / Slangen (pdf)) en praktijk

- Geef duidelijk aan JK of OK

- Voeg de gebruikte methodeles als bijlage toe.

- Voeg de feedback als bijlage toe (foto incl. handtekening en datum)

Vragen?

Beroepsproduct?

Theorie, Marell & De Vaan?

Overig?

Opdracht bijeenkomst 5

Volgende bijeenkomst gaan wij ons focussen op de theorie.

Baseer jouw vragen eventueel op de casus van de portal\

Neem de vragen mee naar bijeenkomst 5

Per hoofdstuk 1 

multiple choice vraag

Vervangende opdracht / Expert

Groepjes van 3

Verdeel de paragrafen en lees deze aandachtig door.  

Bereid een mini-les voor (30 min.)

En geef elkaar les. (5 min per persoon)

Eisen aan de uitleg:

De uitleg mag niet langer duren dan 5 minuten

De uitleg bevat 2 vragen

De uitleg bevat een voorbeeld uit de eigen praktijk

Indeling per groepje

Deelnemer	Hfst 7	Hfst 8	Hfst 9
1	7.4	8.2	9.1.1-9.1.3
2	7.6	8.4	9.1.4-9.1.6
3	7.8	8.5	9.5

Indeling per groepje

Kinderen onderzoeken de werkelijkheid op verschillende manieren (Hfst 7)

Speels

Associatief exploreren (trial & error)

Doelgericht en planmatig

Misconcepten (hfst 8)

Mentale voorstelling

Kinderen construeren een eigen denkbeeld, op basis van eerdere ervaringen en ideeën

Pré-concept

Voorlopige voorstellingen, denkbeelden in opbouw

Mis-concept

Denkbeelden die niet overeenkomen met de controleerbare werkelijkheid

Onderzoekend leren (Hfst.7)

Waarmee begint onderzoekend leren?

Tabel 7.1 Handelen bij onderzoek

Aanpak	Bedoeling van Kinderen	Leerresultaat	Speels	Associatief exploreren	Doelgericht
Ongericht Verkennend	ligt niet vast	Ervaring Vrije exploratie	Doen om het doen
Intuïtief Niet planmatig	ligt vast	Beginnend inzicht		Gissen en missen Onderzoeken hoe voorwerpen reageren	Variabelen verkennen
Systematisch, gepland	ligt vast	Verdieping van inzicht			Onderzoek vanuit bewuste vraag. Empirische cyclus

De manier waarop kinderen de werkelijkheid onderzoeken verschilt. 

Dit zijn geen opeenvolgende fases en kunnen naast elkaar bestaan.

Bij de ontwikkeling van kinderen in de loop van de BS zie je wel:

- meer autonoom denken en handelen

- Baseren op bestaande denkbeelden

- Variabelen onder controle houden. Meer planmatig en analytisch denken 

1. Bij een ongerichte aanpak ligt de bedoeling van de kinderen niet vast en is het leerresultaat gericht op vrije exploratie.

2. Bij een intuïtieve aanpak ligt de bedoeling van de kinderen vast en is het leerresultaat gericht op beginnend inzicht.

Vragen hfst 7

In drietallen

Stel elkaar de zelfgemaakte vragen.

Geef niet direct het juiste antwoord. 

Gebruik eventueel het boek om het antwoord op te zoeken.

Geef hints of tips bij foutieve antwoorden

Vragen hfst 7 & 8

In drietallen

Stel elkaar de zelfgemaakte vragen.

Geef niet direct het juiste antwoord. 

Gebruik eventueel het boek om het antwoord op te zoeken.

Geef hints of tips bij foutieve antwoorden

Soorten onderzoek en voorbereiding (Hfst.9)

Waarnemings- en vergelijkingsvragen:

Weinig voorbereiding; bijv verzamelen of buiten opzoeken van de materialen.  Bijvoorbeeld 'Waar ruikt het naar en hoe voelt het?

Inventariserend onderzoek:

Afspraken over waar, wanneer en hoelang ze gegevens willen verzamelen, bijvoorbeeld: ‘Welke vogelsoorten komen er deze week tussen 9.00 en 9.30 uur eten op de voedertafel?' of  'Wat is er, wanneer en hoeveel?'

Metingen aan natuur en techniek 

Eenvoudig onderzoeksplan met duidelijke afspraken over wat. Bijvoorbeeld: ‘Welke afstand leg je met je fiets af als het achterwiel één keer ronddraait?’ of 'Hartslag voor en na inspanning?'

Veranderingen (en patronen daarin) over een korte of langere periode

Vooraf goed bedenken hoe ze zich daarvan een beeld kunnen vormen. Denk aan: ‘Hoe verloopt de ontwikkeling van kikkerdril tot kikker?’

Voorbereiding experiment / Practicum

 Het bedenken en opzetten van een of meerdere experimenten vraagt de meeste voorbereiding. 

Vaak hebben de leerlingen daarbij begeleiding nodig, zeker als ze er weinig ervaring mee hebben.

Een (open) format voor planmatig onderzoek helpt hen volgens een vast patroon te werken. 

Of je helpt de kinderen hun eigen plan te bedenken: ‘Wat kun je doen om een antwoord te vinden?’ en ‘Hoe pak je dat aan?’

Als de onderzoeksvraag helder is, hebben de leerlingen vaak al een idee wat het antwoord zou kunnen zijn. 

Je vraagt: ‘Wat denk je dat er zal gebeuren?’

Meer ervaring leert ze hun verwachtingen beter in een voorspelling of een hypothese te verwoorden, en te bedenken hoe ze die via een of meer experimenten kunnen toetsen.

Verder vermelden ze in hun onderzoeksplan de keuzes voor materialen, werkwijze, verslaglegging van de resultaten en taakverdeling. 

Na goedkeuring van het onderzoeksplan kunnen ze ermee aan de slag. 

Begeleiding

Het basislesmodel voor onderzoekend leren omvat zeven stappen, waarbij de diverse leeractiviteiten logisch uit elkaar voortvloeien. 

Bij elke stap hoort een bepaalde begeleidingsstijl van de leerkracht.

(zie tabel 9.1)

par 9.5

Scaffolding bij uitvoering onderzoek

• Scaffold = steiger. 
• ‘Iets in de steigers zetten’
  
• Helpen om het leerproces te organiseren.
  
• Vooraf zorgen voor ZP (Zone of Proximal Development / Zone van de naaste ontwikkeling).
•  Uitdagend maar niet  frustrerend

Als kinderen met onderzoek bezig zijn, overzie je van tijd tot tijd de groep om te zien wie er intens aan het werk zijn en bij wie het niet wil vlotten. Probeer in te schatten wie en hoe groepjes een duwtje in de rug nodig hebben. Laat ze vertellen waar zij mee bezig zijn. Toon belangstelling. Geef ze een schouderklopje.

Vormen van scaffolding

Uitleg in andere woorden

Kleinere denkstappen

Helpen door stellen van vragen

Geven van hints (niet voorzeggen!)

Voordoen

Bevestiging geven

Extra uitdaging toevoegen

Practicum / Het hart van het 7-stappenplan 

Organisatievorm	gekozen omdat	Voordeel
Parallelpracticum	Zelfde operationele vragen	Overzichtelijk Zelfde basisstof Eigen tempo
Taakverdelend practicum	Werkt aan deelopdracht	Veel nieuws te leren Keuzemogelijkheid Weinig spullen in veelvoud
Roulerend practicum	Elk groepje wisselt na bepaalde tijd van opdracht	Geen tempoverschillen Veel wisseling / lopen Onoverzichtelijk Werk wordt afgebroken

Vragen hfst 9 + 11

In drietallen

Stel elkaar de zelfgemaakte vragen.

Geef niet direct het juiste antwoord. 

Gebruik eventueel het boek om het antwoord op te zoeken.

Geef hints of tips bij foutieve antwoorden

Kerndoelen

Jij moet de kerndoelen kunnen herkennen (zie blz. 439)

Vragen hfst 22

In drietallen

Stel elkaar de zelfgemaakte vragen.

Geef niet direct het juiste antwoord. 

Gebruik eventueel het boek om het antwoord op te zoeken.

Geef hints of tips bij foutieve antwoorden

Tot slot

Leren onderzoeken heeft tijd nodig.

Maak keuzes!

Welk soort onderzoek ga jij gebruiken.

Wat wil jij benadrukken, waar leg jij focus.

Hou rekening met jouw ervaring en die van de kinderen!