Planten

Welkom!
Vandaag gaan we:
Herhaling dieren stammen
Uitleg over planten (paragraaf 3.4, bladzijde 193)
Opdrachten maken paragraaf 3.4

1 / 15
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag gaan we:
Herhaling dieren stammen
Uitleg over planten (paragraaf 3.4, bladzijde 193)
Opdrachten maken paragraaf 3.4

Slide 1 - Slide

Onder welke stam vallen kreeften?

Slide 2 - Mind map

Onder welke stam vallen mensen?

Slide 3 - Mind map

Kun je een voorbeeld noemen van planten?

Slide 4 - Mind map

Waaraan kunnen we plantencellen herkennen?

Slide 5 - Open question

Planten
We leren:
Waarop we planten indelen.
Hoe we verschillende groepen planten indelen. 
We kunnen de verschillen benoemen tussen vaatplanten, sporenplanten en algen/wieren. 

Slide 6 - Slide

Op welke eigenschappen delen we planten in?
Het hebben van een vatensysteem. 
Het hebben van verschillende plantenorganen. 
Of ze een/meercellig zijn. 


Slide 7 - Slide

Hoe worden planten ingedeeld?
Afbeelding 1 op van paragraaf 3.4 
We gaan het hebben over:
Vaatplanten --> Zaadplanten en sporenplanten
Wieren


Slide 8 - Slide

Wieren/algen
Hele simpele planten, die eencellig of meercellig kunnen zijn, zonder aparte organen. 
Meest leven in de zee, maar er groeien vaak ook algen op een boom. Ze hebben geen vaten
Wieren met bladgroenkorrel worden groenwieren genoemd. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Sporenplanten
Lijken een beetje op zaadplanten; hebben ook wortels, bladeren en stengels, maar geen bloemen!
Planten zich voort doormiddel van sporen. 
Alle mossen en varens vallen hieronder. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zaadplanten
De meest bekende planten
Zijn kenmerkend door duidelijke wortels, stengels, bladeren en bloemen
Doen zich voortplanten doormiddel van zaden.
Komt later nog een heel hoofdstuk over. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 3.4 in je boek. De samenvatting en plusopdrachten moeten ook. Hier kun je nu mee beginnen. 

Slide 15 - Slide