FM les 1

1 / 37
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar staat de afkorting PBM voor?

Slide 2 - Open question

Noem een voorbeeld van een PBM?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Klein onderhoud
  • Ieder gebouw heeft onderhoud nodig. 
  • Het meeste onderhoud binnen hoort bij het klein onderhoud. 
  • Als facilitair medewerker?
  • Ingewikkeld? 

Slide 6 - Slide

Gereedschap voor kleine klusjes op de markt gebracht

Slide 7 - Slide

Hefboom

Slide 8 - Slide

hamer (klauwhamer)

Slide 9 - Slide

steeksleutel
met een steeksleutel kan je een moer losdraaien.

het draaipunt is bij de moer
het krachtpunt is het uiteinde
het lastpunt zit op de buitenkant van de moer

Slide 10 - Slide

Inbussleutel
6 hoekig

hef

ikea

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Tangen
Nijptang

Om spijkers uit het hout te halen

Slide 13 - Slide

Tangen
Waterpomptang

Om iets mee los te draaien

Slide 14 - Slide

Tangen
Combinatietang

Om dingen te buigen, vast te houden en om ijzerdraad mee te knippen

Slide 15 - Slide

Meetgereedschap
Rolmaat

Slide 16 - Slide

Meetgereedschap
Duimstok

Slide 17 - Slide

de schroeven-draaier
de schroef

Slide 18 - Slide

Schroeven met verschillende koppen

Slide 19 - Slide

Pluggen
Om schroeven in de muur (beton) te laten passen

Slide 20 - Slide

Planmatig werken = volgens een vast plan

Vast plan = stappenplan (stap 1:, stap 2:, stap 3:)


Werkzaamheden in een plan = werkplan of instructie



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Kenmerken planmatig werken

1. gestructureerd = volgens overzichtelijke stappen.

2. doelgericht = gefocust op het doel.

3. procesmatig = volgens een opeenvolgende reeks.

4. bewust = je weet wat je doet.

Slide 23 - Slide

Hard water
Hard water: 
  • Bevat veel kalk (calcium en magnesium zouten)
  • Kalk aanslag

Slide 24 - Slide

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden
Professioneel schoonmaken
Ontkalken is het verwijderen van kalkaanslag op bijvoorbeeld aparaten of verwarmingselementen.


Slide 25 - Slide

Azijn
Bevat zuur.

Zuur lost kalk op.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

TL buis

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Lampen weg doen
- niet in de glasbak
- halogeenlampen bij het restafval
- spaar-, led- en tl-lampen bij het chemisch afval of bouwmarkt.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Hoe heet dit gereedschap?
A
steeksleutel
B
figuurzaagsleutel
C
ringsleutel
D
inbussleutel

Slide 32 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Waterpomptang
B
Nijptang
C
Combinatietang
D
Zijkniptang

Slide 33 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Rolmaat
B
Duimstok
C
Plug
D
Combinatietang

Slide 34 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Schroevendraaier kruiskop
B
Schroevendraaier plat
C
Priem
D
Handontbramer

Slide 35 - Quiz

Wat voor aanslag krijg je van hard water?
A
chloor
B
zuur
C
calcium
D
kalk

Slide 36 - Quiz

Waarom lost azijn kalk op?
A
Het is zout
B
Het is zuur
C
Het is bitter
D
Het is zoet

Slide 37 - Quiz