Werkwoorden H6

Werkwoorden H6
De basis van elke zin
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoorden H6
De basis van elke zin

Slide 1 - Slide

Praesens
infinitivus : terrere

indicativus / PV : terreo                     ik  maak bang
                                    terres                     jij maakt bang
                                    terret                      hij/zij maakt bang 
                                    terremus              wij maken bang 
                                    terretis                  jullie maken bang
                                    terrent                   zij maken bang

Slide 2 - Slide

Hoe vertaal je deze vorm:
auditis
A
jij hoort
B
jullie horen
C
hij/zij hoort
D
zij horen

Slide 3 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
audiunt
A
jij hoort
B
jullie horen
C
hij/zij hoort
D
zij horen

Slide 4 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
audio

Slide 5 - Open question

Imperfectum
onvoltooid verleden tijd

terrebam            ik maakte bang
terrebas              jij maakte bang
terrebat               hij/zij maakte bang
terrebamus       wij maakten bang
terrebatis            jullie maakten bang
terrebant             zij maakten bang

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoe vertaal je deze vorm:
audiebas
A
ik hoorde
B
jij hoorde
C
wij hoorden
D
jullie hoorden

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
audiebamus
A
ik hoorde
B
jij hoorde
C
wij hoorden
D
jullie hoorden

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
audiebam

Slide 10 - Open question

Perfectum
Voltooid tegenwoordige tijd => voltooid deelwoord + hebben

Let goed op: de stam van het werkwoord verandert nu ook

Slide 11 - Slide

Perfectum
Voltooid tegenwoordige tijd => voltooid deelwoord + hebben

Let goed op: de stam van het werkwoord verandert nu ook
- vocare => vocav - isse                vocavi = ik heb geroepen
- audire => audiv - isse                  audivi = ik heb gehoord

Slide 12 - Slide

Perfectum
Voltooid tegenwoordige tijd => voltooid deelwoord + hebben

Let goed op: de stam van het werkwoord verandert nu ook
- vocare => vocav - isse                vocavi = ik heb geroepen
- audire => audiv - isse                  audivi = ik heb gehoord
- terrere => terru - isse                  terrui = ik heb bang gemaakt

Slide 13 - Slide

Perfectum
Voltooid tegenwoordige tijd => voltooid deelwoord + hebben

Let goed op: de stam van het werkwoord verandert nu ook
- vocare => vocav - isse                vocavi = ik heb geroepen
- audire => audiv - isse                  audivi = ik heb gehoord
- terrere => terru - isse                  terrui = ik heb bang gemaakt
- ducere => dux - isse  => let op, de verandering is steeds anders

Slide 14 - Slide

Uitgangen perfectum
voltooid tegenwoordige tijd
  

terrui               ik heb bang gemaakt
terruisti          jij hebt bang gemaakt
terruit             hij/zij heeft bang gemaakt
terruimus     wij hebben bang gemaakt
terruistis       jullie hebben bang gemaakt
terruerunt    zij hebben bang gemaakt

Slide 15 - Slide

Hoe vertaal je deze vorm:
duximus
A
ik heb geleid
B
hij/zij heeft geleid
C
wij hebben geleid
D
zij hebben geleid

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
duxi
A
ik heb geleid
B
hij/zij heeft geleid
C
wij hebben geleid
D
zij hebben geleid

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
duxerunt
A
ik heb geleid
B
hij/zij heeft geleid
C
wij hebben geleid
D
zij hebben geleid

Slide 18 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
duco
A
ik heb geleid
B
ik leid
C
hij heeft geleid
D
hij leidt

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
duxit
A
ik heb geleid
B
ik leid
C
hij heeft geleid
D
hij leidt

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je deze vorm:
ducit
A
ik heb geleid
B
ik leid
C
hij heeft geleid
D
hij leidt

Slide 21 - Quiz

Samenvatting
Praesens = o.t.t.
o,s,t,mus,tis,nt

Imperfectum = o.v.t.
bam,bas,bat,bamus,batis,bant

Perfectum = v.t.t.
i, isti, it, imus, istis, erunt
stam verandert ook

Slide 22 - Slide