Ma 19-02-24 4.3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

HA3D

Montag, 19. Februar 2024

die Planung

• Weektaakcontrole
• Herhalen keuzevoorzetsels
  
• Nieuw: schema
• Samen oefenen
  
• Aufgaben

 

Weektaak controle

Kapitel 4 Lektion 1 Aufgabe 11, 12, 13

Kapitel 4 Lektion 2 Aufgabe 8, 10, 11

Ab Seite 14

Wiederholen

Grammatik B keuzevoorzetsels

Wat weiß du noch?

3 Fragen

Keuzevoorzetsels:
Welke vraag kun je stellen voor de 3e naamval? [meerdere antwoorden]

1. Waarheen?
2. Wanneer?
3. Waar?
4. Waarom?

Keuzevoorzetsels:
Welke vraag kun je stellen voor de naamval?

1. Waarheen?
2. Wanneer?
3. Waar?
4. Waarom?

op

aan/op/bij/naar

achter

naast

in/naar

over

onder

voor

tussen

zwischen

vor

über

unter

in

an

neben

auf

hinter

Vertaling Duits

Waar --> wo (3e)

wanneer --> wann (3e)

waarheen --> wohin (4e)

Grammatik

der/ein schema

der/ein schema

Oefenen

1. Sie steht auf d... Podium(o).

2. Die Lampe hängt an d... Decke(v).

3. Ich hänge das Poster über mein... Tür(v).

4. Den Flugschein hat sie zwischen d... Zeitungen(mv) gefunden

5. Er steht neben sein... Vater.

6. Er stellt sein Fahrrad neben d... Haus(o).

7. Sie wohnt über dein... Geschäft(o)

 Aufgaben machen

opdrachten maken

• Was (wat)? 

Kapitel 4 Lektion 3 Aufgabe 1, 2, 3, 5, 10

Ab Seite 25

• Wie (hoe)? Boek
• Hilfe (hulp)? Buren, docent

• Zeit (tijd)? 11:30

An die Arbeit!