Open dag

Opleiding Doktersassistent 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Open dagMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Opleiding Doktersassistent 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mini les opleiding Doktersassistent
1. Welke vakken krijg jij tijdens de opleiding
2. Wat weet jij al?
3. Heb jij nog vragen? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Casus huisartspraktijk
Mevrouw Pieterse komt met haar zoontje Karel naar de praktijk van Dr. de Wit omdat hij buikpijn heeft.
 

Gegevens:
Karel de Jong
Geb. datum: 24 -5- 2016









Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Begrijp jij dit (al)...na je opleiding wel!
De huisarts neemt een anamnese af
De huisarts constateert dat Karel, bij palperen, een peritoneale prikkeling heeft.
Hij vermoed dat Karel een appendicitis heeft en stuurt hem door naar het ziekenhuis voor een consult.
Mogelijk zal Karel een appendectomie moeten ondergaan
Hij vraagt jou om de juiste papieren hiervoor in orde te maken.







Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Medische kennis
Anatomie : De bouw van het menselijk lichaam
Fysiologie: De functie van het menselijk lichaam
Pathologie: Ziekte leer

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is het grootste orgaan in ons lichaam?
A
De huid
B
De hersenen
C
De maag
D
De lever

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel botten bestaat het menselijk skelet?
A
270
B
206
C
100
D
50

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Geneesmiddelenkennis (GMK)
1. Wat doet een geneesmiddel?
2. Welke soorten geneesmiddelen er zijn?
3. De bijwerkingen


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de maximale dosering van paracetamol?
A
4x daags 1000mg
B
2x daags 500mg
C
1x daags 240mg
D
3x daags 500mg

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelen we met het begrip interacties?
A
ongewenste of onbedoelde effecten na het innemen van geneesmiddelen
B
Geneesmiddelen die een ziekte genezen
C
De (negatieve) werking van meerdere geneesmiddelen op elkaar
D
Geneesmiddelen die je bij de drogist kan kopen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Triage en Communicatie
Triage: 
Bepalen hoe urgent een klacht is
 Moet er een ambulance komen? Of geef je alleen advies?

Communicatie: 
Hoe sta je een patiënt te woord? (Gesprekstechnieken)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

In de avonduren is de huisarts niet aanwezig in de praktijk. Waar moet een patiënt die toch een dokter nodig heeft dan naar toe?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat moet je als eerste doen bij een brandwond
A
Verbinden
B
Koelzalf opsmeren
C
Koelen met ijskoud water
D
Koelen onder lauw water

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Non-verbale communicatie is communicatie met woorden
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Praktijk management
Organisatie van de praktijk
Administratie
Planning
Voorraadbeheer

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Een contact tussen huisarts en patiënt op de praktijk heet een:
A
Consult
B
Gesprek
C
Afspraak

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kwaliteit en Deskundigheidsbevordering
Tijdens deze les komen onderwerpen aan bod waarbij je leert hoe het in de praktijk is geregeld rondom de zorg en de wetten die daarbij komen kijken.
Daarnaast leer je hoe je je deskundiggheid 
kan vergroten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Als DA moet je ook weten welke zorgverleners er nog meer bestaan. We noemen dit ook wel disciplines. Kan je er vier bedenken?

Slide 19 - Mind map

Als DA moet je ook weten welke zorgverleners er nog meer bestaan. We noemen dit ook wel disciplines. Kan je er vier bedenken?
Verloskundige
Fysiotherapeut
Neuroloog
Chirurg enz.
Beroepspraktijk
vorming (BPV)
BPV: Praktijkervaring die je opdoet tijdens jouw stage.

 Voorbereidende lessen waarin opdrachten maakt en je belangrijke vaardigheden leert 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waar zou je stage willen lopen?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

SLB

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend SLB
A
Studenten Leren Beter
B
Studeert Liever Buiten
C
Studie Loopbaan Begeleiding
D
Studie Lessen Bureau

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat het BSA voor?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

SKILLS
Verpleegtechnische- en laboratorium handelingen die je oefent op school met materialen die je ook gebruikt in het ziekenhuis of huisartsenpraktijk.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Weet jij welke handelingen er uitgevoerd worden bij Skills?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Burgerschap
Voor het vak Burgerschap werken we uit het boek 'de maatschappij dat ben jij' .Politieke, economische en maatschappelijke onderwerpen waar jij straks als zelfstandig volwassene mee te maken krijgt.
Ook wordt er aandacht besteed aan Vitaal burgerschap. Weet je wat je eet, hoeveel je beweegt en of je je tijd nuttig besteed?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld onderwerp voor de politieke dimensie?
A
Schulden
B
Stemmen
C
Normen en waarden
D
Ontspanning

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Patiënten groepen


Tijdens deze les leren studenten over verschillende doelgroepen. 

Denk hierbij aan:
Gehandicapten,  thuis-daklozen, ouderen, jongeren, zwangere enctra.... 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreken we van een doelgroep?
A
Een groep met verschillende kenmerken of overeenkomsten
B
Een groep met dezelfde kenmerken of overeenkomsten

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Keuzedelen

Keuzedelen wat is dat?
Door een bepaald keuzedeel te volgen kan een student zijn arbeidsmarktpositie versterken door extra kennis en vaardigheden op te doen.
verplicht

Soorten keuzedelen:

  • 1. Geneesmiddelenkennis
  • 2. Gezonde levensstijl
  • 3. Voorbereiding op het HBO
  • 4. Specifieke doelgroepen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

REN
  • Rekenen
  • Engels
  • Nederlands

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Koorts in het Engels?
A
Fever
B
Head
C
Belly
D
Not good

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Om de polsslag te meten, tel je 15 seconde en vermenigvuldig je met 4.
Hoeveel is de pols als je in 18 polsslagen hebt geteld in 15 seconde
A
60
B
72
C
270
D
84

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Maak de uitdrukking af:

Doen alsof je neus ...
A
drupt
B
loopt
C
bloedt
D
rent

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions