25/3 Formuleren 6: incongruentie 3h

donderdag 25/3 3h
  • toets spelling, formuleren en woordenschat 8+9 april (3x)
  • toets grammaticaboekje 22 + 23 april (3x)
  • na meivakantie: toets fictie en IV Arjen Lubach
  • mentorles komende weken: individuele begeleiding, zie Magister wanneer je naam erin staat/opgeven lenteschool zie app!
  • herhalen Theorie formuleren 6 incongruentie (inloggen in LessonUp)
  • nakijken blz. 255 opdracht 2 
  • overige tijd: oefenen voor spelling en formuleren en woordenschat op digitale methode hoofdstuk 1-6





1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

donderdag 25/3 3h
  • toets spelling, formuleren en woordenschat 8+9 april (3x)
  • toets grammaticaboekje 22 + 23 april (3x)
  • na meivakantie: toets fictie en IV Arjen Lubach
  • mentorles komende weken: individuele begeleiding, zie Magister wanneer je naam erin staat/opgeven lenteschool zie app!
  • herhalen Theorie formuleren 6 incongruentie (inloggen in LessonUp)
  • nakijken blz. 255 opdracht 2 
  • overige tijd: oefenen voor spelling en formuleren en woordenschat op digitale methode hoofdstuk 1-6





Slide 1 - Slide

Formuleren 6: (In)Congruentie
Zie ook theorie blz. 255

Slide 2 - Slide

Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''

Slide 3 - Slide

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 4 - Slide

Congruentie=
Getal van onderwerp en persoonsvorm moeten overeenkomen
Is dat niet zo: Incongruentie

Slide 5 - Slide

Getal ow + pv

Is onderwerp enkelvoud? Dan moet de pv ook enkelvoud zijn!
Is onderwerp meervoud? Dan moet de pv ook meervoud zijn!

Slide 6 - Slide

Let op, onderwerp = enkelvoud 
  • een deel (van de klas)
  • een hoop (kinderen)
  • een groep (leerlingen)
  • een aantal (mensen)
  • het percentage (voldoendes)

Slide 7 - Slide

nakijken en maken
  • nakijken blz. 255 opdracht 2
  • lezen theorie blz. 256
  • maken opdracht 3
  • Overige tijd: oefenen spelling en formuleren 1-6 op digitale methode 

Slide 8 - Slide

Vul in:
''De media ... gisteren over het ongeluk op de A2.''
A
berichtte
B
berichtten

Slide 9 - Quiz

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 11 - Quiz

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz