Als je met je vinger over de rand van het glas wrijft, dan gaat het glas met het water trillen. Dat trillen hoor je als het geluid.
Geluid bestaat uit het trillen van de lucht. In je oren zitten trommelvliezen. Als deze dunne vliezen gaan meetrillen met de trillende lucht, dan kun je het geluid horen.
Als je met je vinger over het glas gaat, dan is er wrijving tussen je vinger en het glas. Door de wrijving gaat het glas met het water trillen en dat zorgt voor het geluid. Je maakt je vinger nat om niet te veel wrijving te hebben.
Als het glas te dik is, dan kan het niet goed gaan trillen en hoor je minder makkelijk of geen geluid