2.4 DIchtheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

NaSk klas 2

Leswissel 5 min

Wat gaan we vandaag doen?

5 min

15 min

5 min

10 min

5 min

• Terugblik vorige les
• Dichtheid
  
• Berekeningen oefenen
• Aan de slag
  
• Afsluiten

Lesstart 5 min

De vorige les

• Massa
• Volume

Lesstart 5 min

Massa en gewicht

• Als we met stoffen werken  hebben we vaak een bepaalde hoeveelheid nodig.   Om de juiste hoeveelheid af te meten maken we gebruik van een weegschaal.
  

• Zo'n weegschaal meet hoe zwaar de stof is OF
  het geeft de massa van de stof weer.
  
  
• Gewicht: kracht waarmee de aarde trekt aan iets
• massa (m): hoe zwaar een stof is in kg of g

Volume

• Het volume is hoeveel ruimte een stof inneemt (of inhoud). 
• Uitrekenen met  l x b x h of met de onderdompel methode. Volume (V) wordt gemeten in 
• ml                           of                       L  

  

cm​3​​

dm​3​​

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:

1. 1 mm3
2. 1 cm3
3. 1 dm3
4. 1 m3

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 is gelijk aan:

dm​3​​

1. 1 mL
2. 1 dL
3. 1 L
4. 1 cL

Volume

is een stofeigenschap

1. Waar
2. Niet waar

De formule voor volume van
een balk is ...

1. l⋅b⋅h
2. ​v​​m​​
3. p⋅v
4. l+b+h

volume bepaal je met het meetinstrument de...

1. weegschaal
2. liniaal
3. maatbeker
4. maatcilinder

Wat is het volume van deze steen?

1. 24 mL
2. 9 cm3
3. 9 L
4. 9 cm

Wat het symbool voor de grootheid volume?

1. v
2. V
3. L
4. P

Wat is massa?

1. hoeveel een stof weegt
2. Gewicht
3. Wat de weegschaal aangeeft
4. Volume

Wat ga je leren?

• Wanneer een stof zinkt of drijft
• Wat dichtheid is
• Hoe je stoffen kan herkennen aan hun dichtheid
• Hoe je de dichtheid van een stof kan bepalen

Lesstart 5 min

Wanneer blijft een voorwerp drijven?

2.4 Dichtheid

Belangrijke begrippen

• Dichtheid in g/cm3
• Drijven, zinken zweven

Stof	Dichtheid (g/cm 3 )
Water	1,0
Koper	9,0
IJs	0,9
Suiker	1,6
Aluminium	2,7
Vurenhout	0,6
Glas	2,6
Kurk	0,2
Perspex	1,2
IJzer	7,9

Lesstart 5 min

2.4 Dichtheid

Stof	Dichtheid (g/cm 3 )
Water	1,0
Koper	9,0
IJs	0,9
Suiker	1,6
Aluminium	2,7
Vurenhout	0,6
Glas	2,6
Kurk	0,2
Perspex	1,2
IJzer	7,9

Opgave 1: 

Je hebt een blokje van 400 g met een volume van 666 cm³. 

a. Bereken de dichtheid.

b. Waar is het blokje van gemaakt?

Lesstart 5 min

2.4 Dichtheid

Stof	Dichtheid (g/cm 3 )
Water	1,0
Koper	9,0
IJs	0,9
Suiker	1,6
Aluminium	2,7
Vurenhout	0,6
Glas	2,6
Kurk	0,2
Perspex	1,2
IJzer	7,9

Opgave 2: 

Je hebt een pin van 30 g met een volume van 3,8 cm³. 

a. Bereken de dichtheid.

b. Waar is de pin van gemaakt?

Lesstart 5 min

2.4 Dichtheid

Stof	Dichtheid (g/cm 3 )
Water	1,0
Koper	9,0
IJs	0,9
Suiker	1,6
Aluminium	2,7
Vurenhout	0,6
Glas	2,6
Kurk	0,2
Perspex	1,2
IJzer	7,9

Opgave 3: 

Je hebt een bol met een volume van 500 cm³, de massa van de bal is 1300 g. 

a. Bereken de dichtheid.

b. Waar is de bol van gemaakt?

Lesstart 5 min

Zelf aan de slag

2.4 Dichtheid

Lees de tekst op blz. 58 t/m 60

Maak opdracht 1 t/m 12 op blz. 61 t/m 64

Klaar?

Nakijken en test jezelf

Lesstart 5 min

Wat jullie vandaag hebben geleerd...

• Wanneer een voorwerp zinkt of drijft
• Wat dichtheid is
• Hoe je stoffen kan herkennen aan hun dichtheid
• Hoe je dichtheid berekent

• Zijn er nog vragen?
  
• Geef jezelf een cijfer voor jouw werkhouding deze les

Lesstart 5 min

De volgende les

Gaan we aan de slag met: 

Extra oefenen met het berekenen van dichtheid

Huiswerk: 

Opdracht 1 t/m 13 van 2.4

Lesstart 5 min

Einde van de les

• Blijf rustig op je plek zitten tot de bel gaat en schuif je je stoel aan.
  

• Tot de volgende les! 

Lesstart 5 min

Wat is het verschil tussen zuivere stoffen en mengsels?