What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2tl hfd 2 Taalverz grammatica woordsoorten
Herhaling H2 Taalverzorging
Oefenen voor het s.o. (woordsoorten/samengestelde zinnen en hoofdletters en leestekens)
1 / 49
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling H2 Taalverzorging
Oefenen voor het s.o. (woordsoorten/samengestelde zinnen en hoofdletters en leestekens)
Slide 1 - Slide
Woordsoorten
werkwoord kun je een ik/hij/wij-rijtje van maken
Slide 2 - Slide
Het woord "een" noemen we een....
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quiz
welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quiz
welk woordsoort is 'fiets'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 5 - Quiz
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Quiz
SLEEP DE WOORDSOORTEN NAAR DE GOEDE PLEK
De ouders van Bilal zijn erg aardige en behulpzame mensen.
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
lidwoord
ouders
de
aardige
mensen
Bilal
zijn
behulpzame
Slide 7 - Drag question
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit
Cola
drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar
de
winkel.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Voorzetsel
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar
huis
.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel
Slide 10 - Quiz
Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in onderstaande zin?
Ons nieuwe huis is mooi en groot.
Slide 11 - Open question
Ik zoek de betekenis van het woord straks even
op
.
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel
Slide 12 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.
Slide 13 - Open question
Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Slide 14 - Open question
Noteer het voorzetsel uit deze zin.
Van oude boterhammen kun
je heerlijke wentelteefjes maken.
Slide 15 - Open question
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden (door een komma gescheiden).
Van oude boterhammen kun
je heerlijke wentelteefjes maken.
Slide 16 - Open question
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen
hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Voorzetsel
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen
hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
voorzetsel
B
werkwoord (ww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het
Italiaanse
Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quiz
Hoeveel voorzetsels heeft deze zin:
Op de verjaardag waarschuwde ik haar voor de hond.
A
1
B
2
Slide 20 - Quiz
Ik zwem in de zee en daarna ga ik zonnen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 21 - Quiz
Ik liep gisteren via een omweg naar school.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 22 - Quiz
Toen de ridder zijn geliefde dood aantrof, pleegde hij zelfmoord.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 23 - Quiz
Wat is het voegwoord in onderstaande zin?
Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.
A
ik
B
vandaag
C
want
D
niet
Slide 24 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C
Slide 25 - Quiz
Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO
Slide 26 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde
Slide 27 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant
Slide 28 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag
Slide 29 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december
Slide 30 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
vmbo
B
VMBO
Slide 31 - Quiz
Benoem het woord in hoofdletters:
Voor mijn broertje HEB ik online een kleurrijk fotoalbum gemaakt.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn
Slide 32 - Quiz
Achter, voor, in en naar zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn
Slide 33 - Quiz
betonnen, groene, snelle en koperen zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn
Slide 34 - Quiz
Breda, juli, Willemijn en speedboot zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn
Slide 35 - Quiz
In deze zin staat/staan ... bijvoeglijk naamwoord(en):
Peter heeft vandaag gevist en heeft vijf grote snoekbaarzen gevangen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 36 - Quiz
In deze zin staan ... bijvoeglijk naamwoorden:
Het groene houten bankje in onze bloemrijke voortuin hebben we in kleine stukken gezaagd.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 37 - Quiz
Zoë wil graag wat suiker over haar AARDBEIEN.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 38 - Quiz
Zoë wil graag wat suiker OVER haar aardbeien.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 39 - Quiz
Zoë WIL graag wat suiker over haar aardbeien.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 40 - Quiz
Welke woorden krijgen een hoofdletter?
's morgens drinkt mevrouw de jong een kopje koffie op haar terras in frankrijk.
Slide 41 - Open question
Welke woorden krijgen een hoofdletter?
23 van de 25 scholen doen mee aan het toernooi dat door de rabobank wordt gesponsord.
Slide 42 - Open question
Welke woorden krijgen een hoofdletter?
deze brief is gericht aan a.f. van dam woonachtig in de tweesprongstraat.
Slide 43 - Open question
Komma's
Voor een voegwoord.
Ik wil graag schaatsen, maar dan moet het koud genoeg zijn.
Tussen twee zinnen.
Omdat iedereen op vakantie was, ging de training niet door.
Slide 44 - Slide
Neem de volgende zin over en plaats komma's waar dat nodig is:
Timo kom je straks mee voetballen?
Slide 45 - Open question
Neem de volgende zin over en plaats komma's waar dat nodig is:
Doe je mee Britt?
Slide 46 - Open question
Neem de volgende zin over en plaats komma's waar dat nodig is:
Proost we drinken op jouw gezondheid!
Slide 47 - Open question
Neem de volgende zin over en plaats komma's waar dat nodig is:
Je moet de vraag goed lezen voordat je een antwoord opschrijft.
Slide 48 - Open question
Zie bord
voor het huiswerk.
Slide 49 - Slide
More lessons like this
2tl hfd 2 Taalverz grammatica woordsoorten
November 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
2tl hfd 2 Taalverz grammatica woordsoorten
June 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
M2 hh woordsoorten leerjaar 1
August 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
1-2 woordsoorten
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
2tl hfd 2 Taalverz grammatica woordsoorten
February 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
1bkt1 woordsoorten (c5)
February 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Blok 5 grammatica klas 1KGT
May 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Quiz - Woordsoorten
May 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3