Klas 2KT2 Lesweek 17 - Les 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,2

Kapitel  drei

Achtung!

Handys in deine Tasche.

Auf deinem Tisch liegen:

Dein Buch, dein Heft und dein Etui.

Was macht ihr diese Stunde?

- Hören

- Flipping the classroom 

Uitleg is huiswerk

Opdrachten maak je tijdens de les

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je kunt een eenvoudig interview over familie begrijpen.

- Je kent de betekenis van de woorden van de Lernliste D-N: C.

- Je kent de hoofdregels voor het bepalen van het geslacht van de zelfstandige naamwoorden (waarom is het der Mann, die Frau en das Kind).

Hören

• Ӧffne dein Buch auf Seite 97.

• Wir lesen zusammen die Lernliste D-N C. Hören.

• Ik lees voor en vraag kris / kras door de klas naar de vertaling van de zin.

Ties en Romée -> zelfstandig aan de slag met Aufgabe 12 en 13 uit het TH boek of meedoen met het KT boek?

Hören

Hören / Schultag

Ӧffne dein Buch auf Seite 72 -> Aufgabe 10a

- Kijk naar de afbeelding en lees de tekst 

-> beantwoord de vragen bij 10a.

- Klaar? Lees de vragen bij 10b.

- 1 minuut de tijd

- Het blijft stil in de klas.

 

Hören / Schultag

Ӧffne dein Buch auf Seite 92 -> Aufgabe 10b

- We luisteren naar een reportage

- Het is de bedoeling om de plaatjes in de juiste volgorde te plaatsen

- Ik vraag kris / kras door de klas

- Het blijft stil in de klas

Aufgabe 11 = Hausaufgabe

Selbständig arbeiten

• Grammatica van der / die / das voorbereiden.
• Opdracht maken – Grammatica doorlezen – Filmpje kijken op Neue Kontakte online.

• Morgen maak je tijdens de les de opdrachten. Zo kan ik je helpen wanneer je iets niet begrijpt of het nog een keer uitleggen.

Hausaufgaben 

Selbständig arbeiten

Wichtig!

Morgen

- Huiswerkcontrole

- Grammatik wiederholen (stiekem is het gewoon memory)

 

Tip!

- Begin alvast met leren van de woorden van Kapitel 3.

- Deadline Projekt Munster -> Montag 16. Januar.

Memory

• Maak 4 groepjes van 5 of 6 personen.
  
• Je krijgt van mij een memoryspel met de werkwoorden sein en haben
  
• Je zoekt paren die bij elkaar horen.
  
• Bijvoorbeeld: jij bent – du bist
  
• Rest van de les de tijd
• Graag de kaartjes weer terug in de envelop