Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
- Maak opdracht 5, 6 en 7 van Woordenschat H3
- Als je klaar bent, mag je gaan leren voor de toets
Slide 4 - Slide
Doel van deze les
Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
Slide 5 - Slide
Welke voorzetsels ken je nog?
Slide 6 - Mind map
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Je hebt geleerd wat voorzetsels zijn. Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel (je gebruik dit werkwoord altijd in combinatie met dat voorzetsel).
Er zijn ook voorzetseluitdrukkingen.
Slide 7 - Slide
Woordenschat H3
Vaste voorzetsels komen voor bij:
werkwoorden: afhangen van, kennismaken met
combinaties van zelfstandig naamwoord + werkwoord: bezwaar hebben tegen, gebrek hebben aan
combinaties van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord:bang zijn voor, blij zijn met, dol zijn op
Slide 8 - Slide
Woordenschat H3
Voorzetseluitdrukkingen: vaste woordcombinaties met één of meer voorzetsels die als geheel de functie heeft van een voorzetsel. Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door één voorzetsel.
door middel van > door, met
in verband met > door, wegens
Slide 9 - Slide
Oefenen met vaste voorzetsels!
Slide 10 - Slide
Hij distantieerde zich volledig ... de keuze die door de coachgroep was gemaakt.
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 11 - Quiz
Heb jij ervaring ... Prezi?
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 12 - Quiz
Wie stemt ... met dit voorstel?
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 13 - Quiz
1. Ik ben erg onder de indruk ... de mooie promotiefilmpjes die jullie hebben ingestuurd. 2. Ik heb geen ervaring ... computertaal. 3. Ze heeft wel kijk ... dat soort zaken.
Slide 14 - Open question
Tip!
Leer de vaste voorzetsels + voorzetseluitdrukkingen uit je hoofd. Zie woordenlijst H3.
Slide 15 - Slide
Aan de slag!
Maak H3 Woordenschat: opdr. 1 t/m 3, 5 t/m 7
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Kies zelf of je uit het boek of online werkt.
Klaar?
Leer de woorden van Woordenschat H1 + H2 of ga lezen uit je leesboek.
Slide 16 - Slide
Checkvragen
Wanneer komt een vast voorzetsel voor?
Geef twee voorbeelden van een vast voorzetsel.
Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door...
Slide 17 - Slide
Checkvragen
Wanneer komt een vast voorzetsel voor?
bij werkwoorden, zelfst. nw + ww, bijv. nw. + w
Geef twee voorbeelden van een vast voorzetsel.
Bijv.: hopen op, rekening houden met
Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door...
een voorzetsel
Slide 18 - Slide
Doel van deze les
Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.