TO13 Utrecht 28 april



De woorden van 3.1
enkelvoud/meervoud

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



De woorden van 3.1
enkelvoud/meervoud

Slide 1 - Slide

Mijn zus gaat naar het feest maar ze heeft ....................... geen zin.
A
nuttig
B
gezamenlijk
C
ongerust
D
eigenlijk

Slide 2 - Quiz

Wie ..................... er ....................... met een spelletje kaarten?
A
doet, mee
B
mee, brengen
C
samen, brengen
D
mee, deling

Slide 3 - Quiz

Er is een inbraak geweest bij de juwelier in de Hoofdstraat. De politie zoekt .........................
A
zomaar
B
getuigen
C
ongerust
D
eigenlijk

Slide 4 - Quiz

De bewoners organiseren een ......................... om te praten over de problemen in de straat.
A
overkant
B
mededeling
C
bijeenkomst
D
gezamenlijk

Slide 5 - Quiz

Er is een ongeluk gebeurd maar er zijn gelukkig geen ........................
A
lantaarnpalen
B
slachtoffers
C
containers
D
getuigen

Slide 6 - Quiz

Tegenover ons huis, aan de ....................... van de straat, staat een moskee.
A
overkant
B
mededeling
C
bladeren
D
bijeenkomst

Slide 7 - Quiz

De burgemeester ................... de mensen .............................. van de situatie.
A
hoogte, brengen op
B
brengt, op de hoogte
C
op, brengen hoogte
D
zijn, op hoogte

Slide 8 - Quiz

Een ...................... is heel handig om de takken naar de container te brengen.
A
kruiwagen
B
lantaarnpaal
C
overkant
D
bijeenkomst

Slide 9 - Quiz

Hoe ........................ jij met jouw baas? Via de mail of via whatsapp?
A
communiceren
B
communiceert
C
communiceer
D
gecommuniceerd

Slide 10 - Quiz

Tijdens corona waren veel lessen ..................... te volgen.
A
nuttig
B
geschikt
C
op de hoogte
D
digitaal

Slide 11 - Quiz

Het is 's nachts heel donker op die weg. Er staan geen ........................
A
lantaarnpalen
B
lantpaarntalen
C
pantaarnpalen
D
tanparentalen

Slide 12 - Quiz

Een zaklamp is erg .......................

Slide 13 - Open question

Eva rijdt met de ................... door de tuin.

Slide 14 - Open question

Ik heb met mijn collega's ......................

Slide 15 - Open question

De politie staat ....................... voor de deur.

Slide 16 - Open question

De bank stuurt de post nu ..................

Slide 17 - Open question

We hebben dat ....................... besloten.

Slide 18 - Open question

De stoep ligt vol met .....................

Slide 19 - Open question

Mijn fiets staat aan de ........................., tegen een boom.

Slide 20 - Open question



enkelvoud/meervoud

Slide 21 - Slide

één café
twee ...............

Slide 22 - Open question

één glas
twee ........................

Slide 23 - Open question

één koe
twee ......................

Slide 24 - Open question

één hoogheid
twee ......................

Slide 25 - Open question

één kopie
twee ....................

Slide 26 - Open question

één bureau
twee ....................

Slide 27 - Open question

één baby
twee .....................

Slide 28 - Open question

één calorie
twee ...................

Slide 29 - Open question

één blad
twee ....................

Slide 30 - Open question