H1.3 Canada - Les 7: Bronnen: De ligging van Calgary

CANADA



H1.3: Bronnen: De ligging van Calgary


zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CANADA



H1.3: Bronnen: De ligging van Calgary


zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Afronding H1.3: Bronnen: De ligging van Calgary
  • Leren en herhalen

Slide 2 - Slide

H1.3: Bronnen: De ligging van Calgary

Slide 3 - Slide

Doelen van de vorige les
  1. Je kunt het landschap rondom Calgary beschrijven.
  2. Je kunt het klimaat rondom Calgary beschrijven.
  3. Je kunt de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: hoogteligging, hoogvlakte, hooggebergte.

Slide 4 - Slide

Hoe beschrijf
ik een 
landschap?

Slide 5 - Slide

Je kunt het klimaat
van Calgary beschrijven.

Slide 6 - Slide

Doelen van vandaag
  1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen relatieve afstand en absolute afstand.
  2. Je kunt 3 manieren benoemen hoe de relatieve afstand kan veranderen.

Slide 7 - Slide

ABSOLUTE AFSTAND
--
De afstand die je meet langs een rechte lijn.
RELATIEVE AFSTAND
--
De afstand die je meet in reistijd.

Slide 8 - Slide

Je kunt 3 manieren benoemen hoe de relatieve afstand kan veranderen.
Bedenkt voor jezelf 3 manieren.

1. ?
2. ?
3. ?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
We doen deze samen.

Slide 11 - Slide

Pak opdracht 5 voor je

Slide 12 - Slide

We gaan aan de slag
Je krijg nu:
  • De kennen- en kunnenlijst

We bekijken eerst de kennen- en kunnenlijst.

Slide 13 - Slide

SO AARDRIJKSKUNDE
Het SO is dinsdag 12 oktober.
Je neemt mee: Rekenmachine, pen, liniaal/geodriekhoek

SUCCES MET LEREN!!

Check ook Google Classroom!

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
  • Je leest de eerste 3 paragrafen van H1: Canada.
  • Je maakt de kennen- en kunnenlijst en probeert de vragen te beantwoorden.

Regels
wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
  • Je leest eerst goed de vraag en tekst voor je een vraag stelt.

Slide 15 - Slide