Talens vmbo-kgt 1 Woorden H2 + herhaling H1

Talent vmbo-kgt 1 Woorden H2 + herhaling H1


Vandaag gaan we de theorie van H1.5 en H2.5 Woorden herhalen en we starten met H3.5.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Talent vmbo-kgt 1 Woorden H2 + herhaling H1


Vandaag gaan we de theorie van H1.5 en H2.5 Woorden herhalen en we starten met H3.5.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
De leerdoelen die bij deze les horen zijn de volgende.

Na deze les...
weten jullie wat samenstellingen zijn en hoe je ze kan maken.
weten jullie wat synoniemen zijn en hoe je ze kan vinden.
hebben jullie ongeveer vijfentwintig  nieuwe woorden geleerd.

Slide 2 - Slide

Welk woord is geen samenstelling?
A
tafelpoot
B
voetbalschoon
C
afwasborstel
D
afscheid

Slide 3 - Quiz

Leg uit wat een samenstelling is.

Slide 4 - Open question

Wat betekent 'gedreven'?
A
verschillen
B
fanatiek
C
talent hebben voor
D
er zin in hebben en het belangrijk vinden

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'kritisch'?
A
waar je het meest van houdt
B
meer dan gewoon, bijzonder
C
niet zomaar alles geloven, niet snel tevreden zijn
D
zonder andere mensen, in je eentje

Slide 6 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat synoniemen zijn.

Slide 7 - Open question

Synoniemen
Synoniemen zijn woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen:

leraar - docent
mooi - prachtig
snel - vlug

Slide 8 - Slide

Welk woord is een synoniem van intelligent?
A
slim
B
verwend
C
verstandig
D
blij

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een synoniem van woning?
A
flatgebouw
B
kantoor
C
winkel
D
huis

Slide 10 - Quiz

Wat is een synoniem van vriend?

Slide 11 - Open question

Signaalwoorden
Synoniemen kan je vaak herkennen aan de signaalwoorden in de tekst.


Slide 12 - Slide

Welk signaalwoord staat in de volgende zin?

Oude mensen gaan over het algemeen, dat is meestal, vroeg naar bed.

Slide 13 - Open question

Wat betekent aangrijpend?

Slide 14 - Open question

Wat betekent volmaakt?
A
verbaasd en in de war
B
perfect, foutloos
C
meestal, in de meeste gevallen
D
geen zorgen meer hebben

Slide 15 - Quiz

Wat betekent opgelucht?

Slide 16 - Open question

Begrijpen jullie de lesstof van vandaag en kunnen jullie hiermee aan de slag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Opdrachten
Maken van hoofdstuk 2.5 Woorden (blz. 136).

Opdrachten: 1, 3, 4, 5, 8, 9, 11, 12, 13.

Heb je dit af? Dan ga je verder vanaf opdracht 14.

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
De leerdoelen die bij deze les horen zijn de volgende.

Na deze les...
weten jullie wat samenstellingen zijn en hoe je ze kan maken.
weten jullie wat synoniemen zijn en hoe je ze kan vinden.
hebben jullie ongeveer vijfentwintig  nieuwe woorden geleerd.

Slide 19 - Slide