This lesson contains 8 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Sparen en interen
Slide 1 - Slide
Buget
Een buget is een vast bedrag dat beschikbaar is voor een bepaald soort uitgaven. De werkelijke uitgaven zijn haast nooit gelijk aan het budget.
Slide 2 - Slide
Sommige maanden zijn de werkelijke uitgaven lager dan het buget, er blijft geld over.
Dan wordt er gespaard.
Sommige maanden zijn de werkelijke uitgaven hoger dan het buget. Er is dan een tekort. Er wordt dan ingeteerd op het spaargeld.
Slide 3 - Slide
Incidentele uitgaven
De meeste uitgaven zie je van tevoren aankomen, maar sommige uitgaven niet. Zoals de reparatie van een apparaat dat er plotseling mee stopt. Uitgaven voor reparaties of de vervanging van een kapot "ding" horen bij incidentele uitgaven
Slide 4 - Slide
Incidentele uitgaven
kunnen lager zijn dan het buget voor deze uitgaven
soms komen ze tegelijk
Bij overschot op buget
blijft er geld over op de bankrekening
kun je sparen
krijg je rente
Slide 5 - Slide
Als de werkelijke uitgaven hoger zijn dan het buget
teer je in op je spaargeld
ontstaan er financiële problemen als het spaargeld op is
Slide 6 - Slide
Budgetten bewaken
Het verschil tussen het buget en de werkelijke uitgaven is het overschot/ tekort aan het einde van de maand.