What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoorden, regelmatig en onregelmatig Groep 1
Werkwoorden, regelmatig en onregelmatig
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden, regelmatig en onregelmatig
Slide 1 - Slide
Regelmatige- en onregelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden:
Onregelmatige werkwoorden:
- veranderen niet van klank
(bijv. ich laufe - du laufst)
- worden volgens vaste manier vervoegd (bijv. feesttenten)
- veranderen van klank
(bijv. ich bin, er ist)
- uitzonderingen, geen vaste regels, moet je uit het hoofd leren
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
wat ga je doen?
je maakt de volgende opdrachten zelfstandig
hoe ga je dat doen?
stil, voor jezelf
hulpmiddelen:
je mag je buurman/buurvrouw om hulp vragen / overleggen als het niet lukt
tijd:
20 minuten
klaar?
Meld het je docent
Slide 6 - Slide
Bij de volgende opdrachten geef je aan wat de werkwoorden zijn
Slide 7 - Slide
ich laufe zur Schule
Slide 8 - Open question
ich treibe viel Sport
Slide 9 - Open question
heute tanzen wir zusammen
Slide 10 - Open question
ich bin Rick
Slide 11 - Open question
extra-uitdaging vraag:
er isst ein Pizza
Slide 12 - Open question
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
kaufe
kaufst
kauft
kaufen
kauft
kaufen
Slide 13 - Drag question
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 14 - Drag question
Regelmatig werkwoord
Onregelmatig werkwoord
kaufen - ihr kauft
essen- er isst
sein- ich bin
haben- ihr habt
wohnen- du wohnst
bleiben- ihr bleibt
können- ich kann
wollen- ich will
reisen- du reist
werden- du wirst
Slide 15 - Drag question
spielen:
ich ... gerne draußen
(ik speel graag buiten)
Slide 16 - Open question
Wohnen:
wir .... in den Niederlanden
(wij wonen in Nederland)
Slide 17 - Open question
haben:
du ... eine Schwester
(jij hebt een zus)
Slide 18 - Open question
sein:
ich ... die Beste
(ik ben de beste)
Slide 19 - Open question
Vertaal het vetgedrukte woord:
Du
liest
die Zeitung
Slide 20 - Open question
Vertaal het vetgedrukte woord
Er
isst
Pommes mit Schnitzel
Slide 21 - Open question
ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet
Slide 22 - Quiz
es (kommen)
A
kommt
B
kommst
C
kommet
D
komet
Slide 23 - Quiz
ihr (antworten)
A
antwort
B
antwortest
C
antwortet
D
antworten
Slide 24 - Quiz
sie (tanzen) enkelv.
A
tanzt
B
tanze
C
tanzen
D
tanzst
Slide 25 - Quiz
Stelling: ik vind dat ik de werkwoorden nu voldoende/goed beheers
Eens
Oneens
Slide 26 - Poll
Bij oneens, hoe komt dat / waar ligt dat aan?
Slide 27 - Open question
Ik vond dit:
Makkelijk
Moeilijk
Ging wel / redelijk
Slide 28 - Poll
Evaluatie: wat vond je van deze les?
Slide 29 - Open question
More lessons like this
werkwoorden, regelmatig en onregelmatig Groep 2
November 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Übung: regelmatige werkwoorden + haben + sein
September 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Les 2 juni 2020
August 2019
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica A1.1 hfdt 1-3
November 2019
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
regelmatige ww + haben/sein
September 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
regelmatige ww + haben/sein
March 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
MBO
Studiejaar 1
Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t
October 2024
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3