Preoperatieve zorg.

Preoperatieve zorg.
PAAF fase 2_module 10_KZ
1 / 16
next
Slide 1: Slide
PAAFMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Preoperatieve zorg.
PAAF fase 2_module 10_KZ

Slide 1 - Slide

Situatie.
Een jonge vrouw die onder narcose aan haar knie geopereerd zal worden vindt het absoluut onzinnig dat zij haar neuspiercing moet uitdoen. Jij bent verantwoordelijk voor de voorbereiding op haar a.s. ingreep. 

Slide 2 - Slide

1. Geef drie (of meer) argumenten om haar van het nut van deze maatregel te overtuigen.

Slide 3 - Open question

Antwoorden
1. Algemene hygiëne (bacteriën) 
2. Verstoring apparatuur
3. Brandwonden i.v.m. elektrische geleiding.
4. Last bij ballonbeademing en neusbril voor zuurstof.
5. Kans op blijven haken. 

Slide 4 - Slide

Waarom is make-up en lippenstift ongewenst bij iemand die geopereerd moet worden?
En mag nagellak blijven zitten? Waarom wel/niet?


Slide 5 - Open question

Beleid
Ietwat verschillend per zh/specialist:
- make-up en lippenstift eraf i.v.m. algemene hygiëne en de onmogelijkheid om goed de kleur te kunnen observeren.
- nagellak evt. eraf i.v.m. de saturatiemeting (+ observatie); alternatief: oorlel.

Slide 6 - Slide

Premedicatie: 30-60 min. van tevoren; wat zit erin?
- Kalmeringsmiddelen: om angst en stress te verminderen.
- Pijnstillers: om pijn te voorkomen of te verminderen.
- Evt. antibiotica: om infecties te voorkomen.
- Evt. anti-emetica: om misselijkheid en braken te voorkomen.

Slide 7 - Slide

Situatie
Een trauma patiënt moet vanwege zijn verwondingen met spoed onder narcose geopereerd worden. Een uur geleden nog heeft hij uitgebreid ontbeten.  

Slide 8 - Slide

De patiënt is dus niet nuchter. Met welk gevaar moet rekening gehouden worden?

Slide 9 - Open question

Rapid sequence intubation

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Situatie
Na een operatie onder narcose bij een 66 jaar oude mw. komt zij terug op de verpleegafdeling. Het verblijf op de recovery verliep ongecompliceerd. Op de afdeling kan mw. een aantal 'normale' klachten uiten en verricht jij observaties die 'fysiologisch' zijn. 

Slide 12 - Slide

Noem zes van die 'normale', fysiologische reacties.

Slide 13 - Open question

Een van de fysiologische reacties is verminderde u.p. + dorst. Welk hypothalaam hormoon is daarbij betrokken?
A
Aldosteron.
B
Adrenaline.
C
ADH.
D
Angiotensine II.

Slide 14 - Quiz

Wanneer ben je postoperatief bij een oudere patiënt gealarmeerd op de eerste dag na OK?
A
Dhr. plast 850 cc/24 uur.
B
Dhr. reageert verward.
C
Dhr. zegt het koud te hebben; je meet 35,9.
D
Zijn polsfrequentie is 92/min reg, aeq.

Slide 15 - Quiz

Op de NRS scoort een patiënt postoperatief een wisselend een '6' en '7'. Wat voor pijnmedicatie zou hier het best voor geschikt zijn?
A
PCM
B
Diclofenac.
C
Morfine oraal.
D
Een opiaat parenteraal

Slide 16 - Quiz