This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederland na 1945
Slide 1 - Slide
Tekstboek
Lezen 5.4
TB blz. 89 en 90
Slide 2 - Slide
Wanneer kwamen de Molukkers naar Nederland?
Slide 3 - Open question
Waarom kwamen de Molukkers naar Nederland?
Slide 4 - Open question
Waarom vestigden bewoners van de ex-koloniën zich in Nederland?
Slide 5 - Open question
Waarom gaf aansluiting van gastarbeiders op de Nederlandse samenleving problemen?
Slide 6 - Open question
Welke gastarbeiders kwamen naar Nederland en waarom?
Slide 7 - Open question
Noem drie kenmerken van de post-christelijke samenleving
Slide 8 - Open question
Bekijk de afbeelding. Leidt van de foto af hoe de bevolkingsgroep heet waar de mensen toe behoren.
Slide 9 - Open question
Ze kwamen naar Nederland omdat ze geen moslims maar christenen waren.
Ze kregen kort voor hun onafhankelijkheidsverklaring de mogelijkheid om zich in Nederland te vestigen, en kozen daar massaal voor vanwege de onzekere toekomst van hun land.
Deze bevolkingsgroep kiest er nog steeds vaak voor om kortere of langere tijd in Nederland te wonen voor studie en/of werk.
Surinamers
Antilianen
Molukkers
Slide 10 - Drag question
Goed
Fout
De Nederlandse staat kwam de toezegging niet na om Surinamers te steunen bij de oprichting van een eigen staat
De Molukse KNIL-militairen werden door Indonesië gezien werden als landverraders
Vanuit Indonesië zetten Molukkers de strijd voor een onafhankelijke Molukse republiek voort, maar zonder succes
Antillianen voelden zich door Nederland verraden
Molukkers pleegden in de jaren negentig verschillende aanslagen
Slide 11 - Drag question
Lees de tekst. Welke zin uit deze bron geeft een reden van de frustraties die de Molukkers in Nederland hebben ervaren? Typ de eerste drie woorden van deze zin.
Slide 12 - Open question
Veel Antillianen en Surinamers zijn zwarte mensen. a. Waarom zou je dat op grond van de geografische ligging van deze landen niet verwachten? b. Leg uit hoe het komt dat de grote meerderheid van de bevolking van Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen toch uit zwarte mensen bestaat.
Slide 13 - Open question
Bekijk de afbeelding. Leidt van de foto af hoe de bevolkingsgroep heet waar de mensen toe behoren.
Slide 14 - Open question
Welke van de onderstaande zinnen over jaren 50 zijn niet juist?
A
De vraag naar arbeidskrachten steeg door de groeiende economie.
B
De Nederlandse overheid stimuleerde bedrijven op zoek te gaan naar buitenlandse arbeidskrachten
C
Het Nederlandse bedrijfsleven kon moeilijk personeel krijgen voor alle soorten werk
D
Bedrijven gingen direct op zoek naar Turkse en Marokkaanse gastarbeiders.
Slide 15 - Quiz
Lees de bron. Welk probleem komt in de bron naar voren?
Slide 16 - Open question
Goed of fout? Gebruik de bron en de lestekst van paragraaf 5.4
Goed
Fout
Zowel de Molukkers als de Indische Nederlanders voelde zich te kort gedaan door de Nederlandse overheid
Uiteindelijk is voor zowel de Molukkers als de Indische Nederlanders een regeling getroffen
De Molukkers hebben jarenlang in Japanse krijgsgevangenschap gezeten
De Indische Nederlanders werden in Nederland opgevangen in kampen
De backpay-regeling geldt alleen voor de Indische Nederlanders
Slide 17 - Drag question
Plaats in de goede chronologische volgorde van de komst van deze groepen naar Nederland.
Surinamers
Indische Nederlanders
Gastarbeiders
Molukkers
Asielzoekers
Slide 18 - Drag question
Wat is de visie van Wilders op Marokkaanse probleemjongeren volgens de cartoonist?
A
Wilders vindt het heel goed als Marokkaanse probleemjongeren in Marokko een studie volgen, dan leren ze tenminste wat.
B
Wilders vindt het prima als Marokkaanse probleemjongeren tijdelijk naar Marokko gaan, dan hebben we hier tenminste geen last van ze.
C
Wilders vindt dat Marokkaanse probleemjongeren die naar Marokko gaan, daar moeten blijven.
D
Wilders zegt wel dat hij het geen probleem vindt dat probleemjongeren naar Marokko gaan, maar hij bedoelt te zeggen dat de Nederlandse belastingbetaler weer kan betalen.
Slide 19 - Quiz
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen