unité 1 lidwoord herhaling + voca
1 / 19
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Vertaal:
Tot later
Tot later
A
ça va
B
d'accord
C
à plus
D
Au revoir
Slide 8 - Quiz
Vertaal:
le quartier
le quartier
A
de wijk
B
de vriendin
C
de jongen
D
het land
Slide 9 - Quiz
Stel jezelf voor:
Wie ben je en waar woon je?
Wie ben je en waar woon je?
Slide 10 - Open question
vocabulaire
la musique
regarder
j'habite
possible
grand
le copain
kijken
mogelijk
de vriend
ik woon
groot
de muziek
Slide 11 - Drag question
Wat is een lidwoord?
(Noem Franse en Nederlandse voorbeelden)
(Noem Franse en Nederlandse voorbeelden)
Slide 12 - Mind map
Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Herhaling lidwoorden - ff in een schemaatje...
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'
Slide 13 - Drag question
.......fille
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 14 - Quiz
........livres
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 15 - Quiz
........amie
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 16 - Quiz
........amie
A
un
B
une
C
des
D
les
Slide 17 - Quiz
Zet het juiste lidwoord voor het juiste woord.
______ garçon
______ classe
______ hôtels
______ adresse
le
la
les
l'
