Spijsvertering

Spijsvertering
Spijsvertering
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spijsvertering
Spijsvertering

Slide 1 - Slide

Na deze les kan je
Beschrijven uit welke organen het spijsverteringsstelsel bestaat en welke functie deze hebben.


Slide 2 - Slide

Opdracht
In twee of drietallen teken je het spijsverteringsstelsel en geef je weer wat waar gebeurt.

Maak deze opdracht op basis van wat je al weet.
Neem hier ongeveer een 15 de tijd voor. 

Slide 3 - Slide

De resultaten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Mond
  • Kauwen
  • Speeksel
  • Huig
  • Strottenhoofd
  • Strottenklepje

Slide 6 - Slide

Slokdarm
  • Spieren die samentrekken en ontspannen (peristaltiek)
  • Zorgt voor voedseltransport
  • Verbinding tussen mond en maag

  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag

Slide 7 - Slide

Maag
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren en bewerken van voedsel totdat het naar de darmen kan

Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten en vetten
  • Doden van bacteriën

Slide 8 - Slide

Twaalfvingerige darm

  • Bovenste gedeelte van de dunne darm
  • Even lang als 12 vingers (+/- 30 cm)
  • Voedsel wordt verder verteerd (sappen uit de alvleesklier en de lever/galblaas)
  • Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes
  • Na inwerking van de sappen is het voedsel verdeeld in de kleinst mogelijke deeltjes. Dit is nodig voor opname in het bloed.

Slide 9 - Slide

Lever

Slide 10 - Slide

Lever
  • Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering.
  • Bestaat uit 2 kwabben, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
  • Functioneert als een chemische fabriek. 
  • Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  • Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  • Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. 
  • Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk. 

Slide 11 - Slide

Alvleesklier

  • Scheidt alvleeskliersap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  • Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.

Slide 12 - Slide

Darmen

Dunne darm:
  • Bestaat uit twaalfvingerige darm (duodenum), nuchtere darm (jejunum) en kronkeldarm (ileum). 
  • Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  • Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
  • In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  • De voedingsstoffen gaan via het bloed van de dunne darm -> poortader -> lever


Slide 13 - Slide

Darmen
Dikke darm:
  • Ongeveer 1,5 meter lang. Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora of microbioom) 
  • Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken
  • Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus)

Slide 14 - Slide

Endeldarm en anus

  • Verzamelplaats voor ontlasting
  • Spieren worden in reflex samengetrokken (ontlasting verlaat lichaam via anus)
  • Anus wordt afgesloten met kringspier

Slide 15 - Slide

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 16 - Slide