Kunstgeschiedenis - Art deco

• Kunst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Art deco

• 1910-1940
  
  
  
•  “Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes”
  1925 Parijs
• Nieuwe stijl op het gebied van decoratieve toegepaste kunst en architectuur.
• Invloeden van Jugendstil, kubisme, futurisme en Bauhaus.
• Stijl voor het luxe leven in Westerse steden zoals Parijs en New York: "nouveaux riches".

Niagara Mohawk-gebouw

Tijdlijn modernistische architectuur

De Stijl 1910-1930

Expressionisme en Amsterdamse School

1905-1940

Bauhaus 1919-1933

Functionalisme 1920-1940

Art Deco 1910-1940

• decoratief
• ambacht
• inspiratie uit de natuur (gestileerd)
• felle kleuren met zwart en metaal
• abstractie
• geometrische vormen en patronen
• zigzaglijnen
• nieuwe, luxe materialen zoals glas,   kunststof en metaal (chroom)

Jugendstil / Art Nouveau

Art Deco

• De Art Déco lijkt een geometrische variant van de Jugendstil. 
• Ook decoratief, aandacht voor ambacht en inspiratie uit de natuur, maar dan met strak karakter.
• De essentie van het design moest modern zijn.
• Inspiratie uit oude en verre culturen, zoals Egypte en India.
• Ook inspiratie uit machine- en vliegtuigdesign (invloed futurisme).

Wat is een motief bij art-deco?

1. bewegende mensfiguren
2. realistische bloemen
3. snelheid
4. zigzagpatronen

Architectuur

• Amerika leidend in art-deco architectuur.
• Na WO I laten Amerikaanse internationale bedrijven grote wolkenkrabbers bouwen, die macht en rijkdom uitstralen. 
  
• Architecten zijn op zoek naar een nieuwe stijl die past bij hun luxe van de welvaart.

Chicago Board of Trade Building

Chrysler Building

• New York 
• Destijds (1930) hoogste gebouw ter wereld,   met 77 verdiepingen. 
• Decoratieve rijen van zwarte bakstenen,   boogvormen op de top, gestileerde adelaars als waterspuwers. 
• Ook art-deco interieur. 

Theater Tuschinski

• Amsterdam
• “Ik wil mijn bezoekers verwennen.” 
• Van top tot teen versierd. 
• Luxe inrichting met materialen als glas in lood, bijzondere stoffen en geschilderde decoraties. 
• Handwerk, dus kostbaar.
• Veel symboliek, zoals pauw
   voor schoonheid en
  onsterfelijkheid.

Jugendstil
1890-1910

Expressionisme
1905-1920

Realisme
1840-1880

Art Deco

1910-1940

Futurisme
1909-1916

De Stijl
1917-1931

Constructivisme
1917-1924

Toegepaste kunst

• Decoratief
  
• Modern
  
• Luxe uitstraling
  
• Kostbare materialen
  
• Kleurrijk

Philipsradio, 1931

Materialen

• Chroom
• Bakeliet
• Gepolijste steen 
• Glas (in lood)

Victoire, René Lalique (1928)

Mackintosh-klok, Charles Rennie Mackintosh, 1919

René Lalique

bauhaus

art deco 

Arts & Craft

Jugendstil / Art Nouveau

Art Deco

Feminisme

• Tijdens WOI worden vrouwen zelfstandiger. 
• Doordat de mannen als soldaat aan het vechten zijn, zijn vrouwen hard nodig in de fabrieken. 
• Ook niet-typische vrouwenberoepen. 

• Na WOI willen vrouwen deze nieuwe vrijheid behouden. 
• "Roaring twenties". 

Mode

• Vrouwen hebben een actief leven: slank   figuur, praktische kleding.
• Voor het eerst broeken voor vrouwen.
• Afschaffing korset. 
• Coco Chanel trendsetter.
• Modetijdschriften. 
• Taillelijn zakt naar heupen.
• Kortere rokken: blote 
   benen en schouders. 
• Panty dankzij nylon.
• Korte kapsels.