This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
(onvoltooid verleden tijd)
In het Nederlands is de o.v.t. Bijvoorbeeld:
lopen >> ik liep
hebben> ik had
gaan >> ik ging
en ga zo maar door !
Tu (regarder)
Nous (chercher)
Marc (trouver)
Vous (aller)
Laura et Joey (travailler)